Fems Lijstjes: Van wiet tot King Billy. Wat mensen tegen mij zeggen als ze horen dat ik uit Nederland kom

Fems Lijstjes: Van wiet tot King Billy. Wat mensen tegen mij zeggen als ze horen dat ik uit Nederland kom

Goedendag vanuit een ietwat vrijer Ierland! Wij kunnen nu buiten eten en bier uit echte glazen drinken. We kunnen naar het museum en we kunnen kastelen bezoeken. En, het allerbelangrijkst: we kunnen weer de boekwinkels en charity shops leegkopen! (En met wij bedoel ik natuurlijk: ondergetekende.)

Het heeft schandelijk lang geduurd voor ik me er weer toe kon zetten om wat te schrijven, dat geef ik grif toe. Het komt, denk ik, omdat ik al de godganse dag met mijn kanis voor de computer hang, en dan wil ik ’s avonds liever naar een ander beeldscherm kijken, dat iets groter (tv) of iets kleiner is (telefoon). Het was ook erg mooi weer, dus ik zat vaak met mijn bleke computerhoofd in de zon, om toch nog een beetje gezond te blijven. Kortom, het bloggen schoot er wat bij in. Godzijdank heeft de mate van vrijheid die we nu genieten veel invloed gehad op mijn brein: de eerste week nadat de het land weer zo’n beetje opengegooid werd, werd ik overspoeld door inspiratie. Verhalen, ideeën, dagdromen, liedteksten en gedichtjes (die jullie allemaal nevernooit onder ogen krijgen) vlogen gemoedelijk mijn hersenpan binnen, terug van weggeweest. Ik tekende en schreef en bedacht me algauw dat ik óók nog ergens een verwaarloosde blog had zweven. Tijd om hem weer even op te frissen! Hoewel ik nu erg opsnij over mijn grandioze inspiratie, schrijf ik gewoon lekker nóg een ‘Fems Lijstjes’, want wie maakt me wat? Ondertussen zijn er alweer drie maanden verstreken, dus ik weet zeker dat jullie m’n vorige schrijfsel toch allang weer vergeten zijn.

Die laatste paar maanden heb ik veel over Nederland nagedacht, waarschijnlijk omdat mijn vijfjarig Iers jubileum laatst voorbij kwam (en Favoriete Ier en ik begonnen zijn serieus na te denken over onze – mijn – terugkeer over een paar jaar). Vijf jaar is kort en lang tegelijk. En er is sindsdien iets raars gebeurd: ik ben erg tevreden en gelukkig. Ligt dat aan die vijfjarige grens? Men zegt altijd dat dat het moment is dat je je écht gesetteld voelt. Ik weet het niet. Ik voel me hier inderdaad nu heel erg thuis en toch ook vaak nog steeds niet. Af en toe ben ik me nog altijd bewust van mijn on-Iers-heid. Dat komt misschien door mijn accent, of door mijn ‘typisch Nederlandse/Europese’ trekjes waar anderen me altijd op wijzen (grmbl); ik weet het niet. Aan de andere kant begin ik me ook steeds minder Nederlander te voelen.

Eerlijk gezegd denk ik dat deze ‘tweestrijd’ een natuurlijke reactie is op het verlaten van je geboorteland. De eerste twee jaar zijn spannend en nieuw, het derde krijg je erge heimwee, dan settel je en dan ga je nadenken over de toekomst. Waar hoor ik thuis? Ik heb soms zo het idee dat ik mijn connectie met Nederland verlies, zeker nu tijdens de pandemie – het lijkt allemaal erg ver weg. Ierland is grotendeels ‘mijn’ landje, het land waar ik mijn volwassen leven begon, maar zodra ik voet op Nederlandse bodem zet, komen de eerst 25 jaar van mijn leven met volle kracht teruggestroomd. Het is een vreemd gevoel. Misschien moet ik het omarmen: ik begin langzamerhand twee thuislanden te krijgen, in plaats van één.

Mij onopgemerkt tussen de Ieren (en anderen) te begeven lukt echter nog steeds niet. Mensen blijven me telkens vragen waar ik vandaan kom (dat vermaledijde accent! – dat ik overigens steeds minder vervelend begin te vinden). Omdat mijn vrienden hier allemaal uit andere landen komen, blijven culturele verschillen vaak een onderwerp van gesprek. Ik begin het waarempel steeds leuker te vinden, en ik begin de gekke Nederlandse trekjes zelfs te waarderen (tot op zekere hoogte). Er is echter één ding waar ik nog altijd gek van word en dat zijn de standaard reacties die ik krijg als ik vertel waar ik vandaan kom.

Elke Nederlander kent ze wel, en hoe meer je je buiten je landsgrenzen begeeft, hoe vaker je ze te horen krijgt. Ik blijf het gek vinden dat zoveel verschillende mensen, uit zoveel verschillende landen, dezelfde saaie dingen van je willen weten. Af en toe komt er nog wel iets boeiends voorbij, maar vaak kun je er donder op zeggen dat je hetzelfde gesprek voert als tientallen andere keren. Gaap. Dat aspect van reizen en je onder de mensen te begeven heb ik het afgelopen jaar absoluut niet gemist.

Hier zijn de reacties die ik gedurende mijn leven hebt ontvangen, (min of meer) gerangschikt van vaak- tot minder vaak voorkomend.

1. Iets over wiet/coffeeshops

via Amsterdam.info

Elke Nederlander, en zeker elke Amsterdammer, kent dit wel. “Roken jullie dan de hele tijd?” Vragen of je altijd stoned bent, of dat suggereren. Op m’n werk is er nog altijd iemand die deze grap over mij maakt, en eerlijk is eerlijk, hij staat niet bekend om z’n verfijnde humor (al mag ik hem graag, laat dat genoteerd staan). Soms probeer ik het onvermijdelijke vóór te zijn door er zelfs iets over te zeggen, maar daarna heb ik wel iets minder respect voor mezelf. Ik snap de interesse enigszins, maar ik vind het zo’n non-onderwerp, en lui bovendien: tenslotte ga ik ook niet tegen elke Ier over Guinness of alcoholisme beginnen, of wel dan? Zo blij dat er tegenwoordig meer plekken zijn waar ’t legaal is, en Amsterdam daardoor iets minder speciaal is. (Dat rijmt!)

2. Iets over Cruijff

Cruijff in z’n jonge jaren, via Het Parool

Eerlijk gezegd begint deze categorie wat minder vaak voor te komen – is dat misschien omdat de generatie die Cruijff kende, langzamerhand aan het verdwijnen is? Of zich niet meer in mijn kringen begeeft? Maar er zijn talloze momenten in mijn leven geweest waarop iemand triomfantelijk de naam van de voetballer in mijn gezicht schreeuwde als ze hoorden waar ik vandaan kwam. Ik heb het nooit helemaal begrepen. Wat moet je op zo’n moment doen? Iemand feliciteren met z’n kennis? De naam van een andere voetballer terugschreeuwen, en zo verder, tot je allebei niets meer weet te zeggen? (Dat zou nog best een leuk spel zijn.) Soms laat ik me verleiden iets over voetbal te mompelen, een onderwerp waar ik nauwelijks wat vanaf weet, maar meestal lach en knik ik maar. “Inderdaad! Dat is een naam die ik ken, al spreek je hem helemaal verkeerd uit!”

Ik heb echter wel een favoriet Cruijff-schreeuw-moment en dat speelde zich af in Glasgow. Middenin de nacht stapte ik in een taxi, een paar biertjes achter de kiezen. De chauffeur begon een gesprekje met me, zoals dat gaat, en ik verbaasde me erover dat ik min of meer kon volgen waar hij het over had. (Of in ieder geval, de drank zorgde ervoor dat ik dat geloofde.) Toen het even stil bleef, en ik langzaam wegzakte in een slaperige roes, draaide hij zich plots naar me toe en riep iets keligs. Het klonk…Schots? Toen mijn reactie uitbleef, zei hij het opnieuw, nu op iets hardere en ongeduldiger toon. Ik schudde mijn hoofd. De man fronsde zijn wenkbrauwen en zei: “Ye-knoow… Krrruf!” “Is that a drink?” vroeg ik onschuldig, en veroorzaakte bijna een botsing. “Kruf! Kruf! Kruf!” herhaalde de chauffeur nu, totdat het tot mijn wazige brein doordrong. Na deze uitwisseling bleef het angstvallig stil. Ik moest en zou ervoor zorgen dat we weer op goede voet zouden komen te staan. Snel, Fem! Zeg iets over Schotland!

“So…” begon ik, “do you think Scotland should be independent?”

Hij deed of hij me niet goed verstond. We hebben de rest van de rit geen woord meer gezegd.

3. Iets over prostitutie

via Holland.com (lol)

Wiet, Cruijff en prostituées zijn mijn heilige drie-eenheid op dit lijstje. Het behoeft weinig uitleg, en toch wil ik jullie een recent voorbeeld meegeven wat betreft ’t laatste.

Onlangs raakte ik in gesprek met een zwerver op Grafton Street, die mij vele vragen stelde over mijn herkomst, en me verbaasde door helemaal niets te zeggen over Amsterdam. In plaats daarvan vertelde hij me een lang en uitgebreid verhaal over een Ierse koningin die wel zeven keer getrouwd was. “She killed-em all”, zei-ie met glinsterende ogen. “You know what”, zei hij toen. “You look a bit like her.” Natuurlijk nam ik dat gelijk aan: hoezo, wil je me vertellen dat ik niks weg heb van een Ierse die duizend jaar geleden leefde? Kom nou, zeg. “She had beautiful red hair, like a fox”, vervolgde de man, en mijn droom werd ruw verstoord. Op dit moment, rijkelijk laat, begon ik te twijfelen aan zijn beoordelingsvermogen en intenties. De man verzonk in diep gepeins, en ik dacht dat dit een juist moment zou zijn om er zo zoetjesaan vandoor te gaan.

“Wait”, riep de man me na, “wait, before you go, there is something I need to ask you.”

Stompzinnig draaide ik me om. Hij kwam weer naast me staan.

“Listen”, zei hij, “you are from Amsterdam. This might be a really strange question – and you have to tell me if it’s inappropriate at all – but since you’re from Amsterdam, are you, by any chance, and please don’t get me wrong, I don’t mean anything by it, but are you a prostitute?”

Na alle verhalen had ik dit absoluut niet aan zien komen, en ik was zo verbijsterd dat ik in lachen uitbarstte. Ik zou graag willen zeggen dat ik iets gevats terugzei, maar de eerlijkheid gebiedt me te vertellen dat ik niet meer weet wat mijn antwoord was. Het leek me echter een prima reden om een eind aan het gesprek te breien, en Grafton Street te verlaten. (Twee seconden later werd ik door iemand anders aan een spervuur van vragen onderworpen, maar dat is een verhaal voor een andere keer.)

4. Iets over dat ze een HEEL ANDER soort toerist zijn in Amsterdam dan anderen

“Drugs en hoeren, ik? Nee, ik snap wel dat er meer te zien is, absoluut, prachtige stad. Zo vervelend dat ’t die reputatie heeft. Dat mensen alleen maar dáárvoor naar Amsterdam gaan! Nee, ik doe culturele dingen. Ik ben naar het Anne Frank-huis geweest. En naar die andere stad, kom-hoe-heet-het…”

5. Ven Go

via Wikipedia
Ik haat dat dit NIET KLOPT en het toch wel leuk is

Om eerlijk te zijn vind ik dit onderwerp niet eens zo erg, als mensen er écht over willen praten – waar ik vooral een hekel aan heb zijn de woordgrapjes die gemaakt worden gebaseerd op de verkeerde uitspraak van de naam! (Zie plaatje hierboven voor een triple whammy, en twee geërgerde naties voor de prijs van één.) Als je dan probeert uit te leggen hoe je Van Goghhhh écht uitspreekt, kijkt men je aan of je net de duivel uit de krochten van de hel hebt opgeroepen. En dat begrijp ik dan wel weer.

NB: Het Nederlandse woord dat hier het meest gebruikt wordt voor ‘puns’ is Gouda, uitgesproken als ‘gooda’, met een Engelse G. Zucht. Het vervelende is dat ik het nu zélf ook zo uit moet spreken, wil ik begrepen worden.

NB2: Ik heb hier eens een rant over gehouden tegen een Franse vriendin van mij, omdat ik dacht dat zij mijn taal-ergernis wel zou kunnen begrijpen, maar ze vond dat ik me niet zo moest aanstellen. Ik vermoed dat het komt omdat ze me zelf eens vroeg hoe je ‘Van Gogh’ uitsprak: ze had er een discussie over met haar Amerikaanse vriend, die logischerwijs Ven Go zei. Zij dacht: ‘Vann Gogue’. Ik moest hen natuurlijk allebei teleurstellen, en ik weet zeker dat ze me dat nooit vergeven heeft.

Of…of ik ben inderdaad een zeikerd, maar dat is zeer onwaarschijnlijk. Onwards!

6. Iets doms in het Nederlands

Zoals ‘neuken in de keuken’. Mijn missie is nu om in plaats daarvan ‘Bier en tieten!’ gemeengoed te maken. Het verspreidt zich al aardig door Ierland. Nee, het lost het probleem niet echt op, maar dan is er tenminste wat variatie.

7. Iets over Zwarte Piet

“Tell me about your racist holiday!” “I’ve heard you all wear blackface for Christmas!” Etc. etc. Goede gespreksopening natuurlijk, daar niet van.

8. Iets over fietsen

Via Kidsweek

Ha, sucker! Ik vind het hartstikke leuk om over fietsen te praten. Dat had je zeker niet verwacht, he? Nee, he? Nu zit je aan me vast. Nu moet je naar me luisteren terwijl ik zanik over de slechte staat van de fietspaden en Ierland, en wat een hekel ik heb aan Ierse fietsers. En dat ik niet snap hoe het kan dat mensen niet van fietsen houden, het is zo’n fijn gevoel overal naartoe te kunnen zonder in de auto te hoeven stappen! ’t Is nog gezond ook! En nee, het maakt niet uit wat voor weer het is, kom op zeg, ben je soms van suiker? Oh, sorry, dat is een Nederlandse uitdrukking, are you made of sugar, het betekent…Oh, okee, okee. En tsja, so what als je een drankje op hebt, dat kan ook gewoon, geen probleem, en weet je wat ik echt heel vervelend vind aan de fietssloten hier…hee! Waar ga je naartoe? Nou zeg. Jíj begon erover. Jíj zei: “Zo grappig dat iedereen in Amsterdam fietst!” Dan moet je hier wel tegen kunnen hoor! Wacht!

(stapt op de fiets en rijdt hard achter de ander aan) WACHT!

9. Iets over klompen of molens

Via goedkopeklompen.nl (deze site moet ik onthouden)

Dat vind ik ook niet zo erg, het zijn onschuldige onderwerpen, en ons land doet er alles aan om deze twee dingen als ‘typisch Nederlands’ aan te prijzen. Het zijn goede, simpele en herkenbare symbolen. Ik heb zelf een paar sokken met klompenprint (wat nergens op slaat, natuurlijk – wat als ik die sokken in klompen draag? Ben ik dan dubbel beklompt?), zodat ik subtiel kan laten weten waar mijn roots liggen. Vroeger rende ik wel eens rond in mini-klompjes met de Friese vlag erop, een weetje dat ik anderen graag toevoeg. Is het gesprek eenmaal die kant op gegaan, dan haal ik mijn telefoon tevoorschijn om mensen via het wereldwijde web kennis te laten nemen van de klompendans, de meest knullige nationale volksdans die Europa te bieden heeft. En dan kun je me niet meer stoppen: we klikken dóór naar andere leuk volksvertier, hier, heb je wel eens van fierljeppen gehoord? Cool, nietwaar? Oh, wat? What about our racist holiday? Nee, nee, daar hebben we het nu niet over, Nederland heeft veel meer te bieden…kijk, hij springt over een sloot…!

Het blijft toch wel gek dat Nederland het enige land is dat zo wereldwijd bekend staat om z’n klompen en molens. Er zijn wel wat andere plekken op de wereld waar één van beiden of allebei ook voorkomen of voorkwamen, maar op de één of andere manier zijn wij het Ultieme Klompen & Molens-Land. Als je weet waarom dat zo is, schrijf een reactie onder deze blog, zodat ik in alle oprechtheid kan uitroepen: “Welja! Now breaks my wooden shoe!”

10. Iets over het Nederlandse landschap

Via Maxvandaag.nl. Wel mooiiii heuurrrr

Ja, echt heel plat, inderdaad. Water. Dijken. Koeien. Tulpen. Inderdaad.

11. ‘Oh, Nederland! Ik was in…’

Dankzij onze onuitspreekbare taal begrijp ik nevernooit wat mensen bedoelen, tenminste, als ze iets anders zeggen dan ‘Amsterdam’. En als ik het dan doorheb, spreek ik het van de weeromstuit zelf verkeerd uit. “Ooh, Endhoffen, yes yes, a very nice place.” Zo komt het natuurlijk nooit goed. Erger is het als ze een stad noemen die helemaal niet in Nederland ligt (zie ook 12 en 13).

Mijn allerfavorietste anekdote over dit onderwerp brengt ons terug naar het jaar…wat zal het zijn…2008, 2009, zoiets? (Ik ging nog met mijn ouders op vakantie, maar het einde zat eraan te komen, dus het kan niet veel later zijn geweest.) We waren in Denemarken, in een folkloristisch openluchtmuseum. Eerder die dag was ik vast komen te zitten op een ouderwets houten toilet, omdat het slot van de deur om onbegrijpelijke reden aan de buitenkant zat, en iemand het had dichtgedraaid terwijl ik in alle ongemak zat te kakken. Dit vertel ik jullie om duidelijk te maken wat een sukkelige dag het was – en dit was nog maar het begin!

Het was snacktijd en we wilden een ijsje halen. “Dat kan ik wel!”, dacht ik, overmoedig, maar mijn sukkeligheid had mij nog niet verlaten. Ik liep naar het houten hutje met het herberg-uithangbord, en zag door het open raam iemand daarbinnen staan te niksen. “Hello!” riep ik. “Could I please have ice cream?” Een reactie bleef uit, dus ik riep het opnieuw, iets harder. Mijn ouders snelden op me af en zeiden: “Fem, waarom loop je in ’s hemelsnaam zo te schreeuwen? Je moet binnen bestellen.” Bleek dat ik in mijn enthousiasme tegen een nietsvermoedende mede-toerist had lopen bleren.

Met het schaamrood op onze kaken gingen we naar binnen. (Gelukkig, in dit geval, zijn Scandinaviërs stoïcijns: als er lawaai wordt gemaakt of als je iets ‘geks’ doet, negeren ze je gewoon. Wij vieren werden dus 99% van de tijd over het hoofd gezien.) De dame achter de toonbank – de échte verkoopster, dus – begon een praatje met ons, vrij onkarakteristiek voor Denen. Zij had door al ons lawaai natuurlijk allang gehoord dat wij Nederlanders waren, en wilde ons graag vertellen wat ze van ons landje wist.

“I know Nimwekken”, zei ze tegen mijn vader. Wij waren met stomheid geslagen, en er viel een net-iets-te-lang-durende stilte. “Nimwekken, Nimwekken”, zei ze opnieuw. Wij sukkelige sukkels hadden geen idee waar ze het over had, totdat er een lichtje begon te branden bij mijn vader – hoewel uit zijn reactie duidelijk bleek dat hij slechts deed alsof. “Oh, you mean: ‘Niet smakken!'”, zei hij, net iets te enthousiast. De vrouw knikte, niet overtuigd. “Yes…Niet smakken…I was there”, zei ze. Mijn vader, uitermate verbaasd: “You were in Niet…” “Oh, natuurlijk…NIJMEGEN!” onderbrak ik hem gehaast. “Ze bedoelt Nijmegen! You were in Nimwekken! Yes, yes, a very nice city.”

Er viel een tweede, diepere stilte. “Ok, well…Bye!” zei mijn vader toen maar, uit ongemak. We dropen sukkelig af. Godzijdank hadden we onze ijsjes nog.

12. ‘I heard you can’t call it Holland!’

Ik vind dit altijd heel lief – iedereen schijnt YouTube-filmpjes en dergelijke te hebben gezien waarin het verschil tussen Holland en Nederland wordt uitgelegd. Ik vraag me altijd af hoeveel verwarring er wel niet moet zijn tijdens internationale voetbalevenementen, wanneer Nederlandse supporters opeens tegen alle verwachtingen in massaal “HOLLAND! HOLLAND!” schreeuwen.

En eerlijk gezegd kan het me weinig schelen. Luister. Ik ben een vervelende Randstedeling. Ik kom uit Holland. Mij maakt het niets uit… (* evil lach *)

13. Iets over Duitsland

AAARGHH.

14. Iets over Denemarken

MAAR WAAROM?!?

15. ‘Waar is dat?’

Niet in Duitsland en ook niet in Denemarken. En nee, ook niet in Brussels, nee, sorry.

16. King Billy

Deze afbeelding wordt vooral vaak gebruikt als inspiratie voor muurschilderingen in Noord-Ierland (zie onder)

Dit is vrij exclusief voor Ierland, en daarom moet ik jullie wat historische achtergrondinformatie geven.

Het is de tweede helft van de 17e eeuw. ‘King Billy’ is de man die wij als stadhouder Willem III van Oranje kennen. In 1677 trouwt hij trouwt met Mary Stuart, de dochter van de Engelse koning James II. James is niet heel populair, deels omdat hij katholiek is – zijn dochter is protestant, net als Willem: een belangrijk detail. Jep, dit is gedoe tussen protestanten en katholieken, een zeer gezellig thema in onze Europese geschiedenis. Dankzij allerlei politiek gezanik, o.a. om een sterkere macht tegenover Frankrijk te vormen en vanwege het feit dat een stelletje vooraanstaande Engelsen liever een protestantse monarch wil hebben, nemen de twee uiteindelijk de Engelse troon over in 1689, na wat bekendstaat als de Glorious Revolution. James wordt afgezet en vlucht, maar er zijn nog veel mensen die hem steunen, onder andere in de nabije regionen die van oudsher grotendeels katholiek zijn: Schotland en Ierland. En James is niet van plan het er zomaar bij te laten zitten.

Daar verschijnt Ierland ten tonele! Ierland was tegen die tijd al onderdeel van het Britse rijk – officieel al sinds de 12e eeuw – maar de strijd die nu zal uitbreken wordt als een belangrijk moment in de Ierse geschiedenis gezien. Die strijd, tussen degenen die James steunen – de Jacobites, waar veel Schotten en Ieren onderdeel van uitmaakten – en degenen die Willem steunen – de Williamites – wordt namelijk deels op Ierse grond uitgevochten. James is naar Ierland uitgeweken en wordt door Willem verslagen tijdens de Battle of the Boyne (1690). Vanaf dat moment zijn de Engelse monarchen altijd protestant geweest, wat over het algemeen geen goed nieuws was voor de Ierse katholieken. Ondanks dat Ierland al eeuwen eerder door Engelsen was gekoloniseerd en veel anti-katholieke maatregelen al jaren vóór Willems heerschappij waren ingevoerd (en zelfs behouden werden door katholieke koningen), wordt de Williamite War op de één of andere manier als het moment gezien waarop ’t echt misging. In Noord-Ierland, waar troubles tussen protestanten en katholieken tegenwoordig nog altijd spelen (deels als een uitwas van die eeuwenlange strijd op Engelse grond), wordt King Billy als een held gezien door groepjes extremistische protestanten zoals de Orangemen (jep, Orange als in William of Orange), die de Battle of the Boyne elk jaar herdenken. Kortom, oranje Billy is een controversieel figuur in Ierland.

Dit speelde 300, 400 jaar geleden, maar zoals je ziet zijn mensen Willem nog niet vergeten. Mensen vragen er hier soms wel naar als ze horen dat ik Nederlands ben, maar het is vaak als grap (zoals de collega die ook andere flauwe grapjes maakt: hij is toevallig een protestantse Noord-Ier) of uit historische interesse (na de Williamite War was er een influx van Nederlandse immigranten in Ierland, en op archeologische sites in Dublin vind je soms de resten van zgn. ‘Dutch Billies’: 17e/18e-eeuwse huizen in Nederlandse stijl, plus veel aardewerk en kleipijpjes van Nederlandse makelij). Echter, er zijn, zoals jullie weten, veel rare types op het groene eiland – en het is onvermijdelijk dat je die soms tegenkomt, meestal op een totaal onverwacht moment.

Toen ik jaren geleden in een hostel in Cashel werkte, zat ik op één van mijn vrije dagen in het zonnetje op de bus te wachten, samen met een collega. We waren net verwikkeld in een enigszins haperend gesprek (de collega sprak niet zo goed Engels) toen er een vrouw langsmarcheerde. Ik staarde haar waarschijnlijk net iets te lang aan, maar dat kwam omdat ze een hondje bij zich had, en het arme beestje had moeite om haar bij te houden: hij stikte bijna aan zijn lijn.

De vrouw banjerde op me af, en prikte een vinger in mijn gezicht. “Where are you from?!” zei ze kwaad. Ik schrok van haar toon en zei: “Ehm, I’m Dutch.” “Aha!” riep ze, alsof dat alles verklaarde. “King Billy, eh? King Billy! Do you know King Billy?” Ik had op dat moment nog nooit van deze naam gehoord, en schudde mijn hoofd. “I’ll tell you about King Billy”, zei ze, “he conquered Ireland! And he was Dutch! Dutch King Billy!”

Als ik op dat moment meer kennis had gehad, had ik haar tegen kunnen spreken. Maar ik wist niet waar ze het over had, en daarnaast werd mijn aandacht afgeleid door het feit dat de dame ondertussen haar arme hondje aan zijn veel te korte lijn optilde. Het beestje hijgde en spartelde, en het was verschrikkelijk om te zien. Ik wees en probeerde de tirade over King Billy te onderbreken. “Miss? Miss? Your dog…” Na een tijdje merkte de vrouw dat ik niet luisterde, en haar bovendien nog steeds vol onbegrip aanstaarde. Ze boog zich naar me toe: “You Dutch should be ashamed of King Billy.” Ze trok de hond omhoog, in haar armen – hij ademde opgelucht – en racete er vandoor, net zo abrupt als ze gekomen was.

Wees dus voorzichtig als je in deze contreien bent – in Tipperary, een county die er, samen met Cork, prat op gaat veel rebellen te hebben voorgebracht. Zorg dat je accent niet duidelijk te horen is. Vertel niemand dat je Nederlands bent. Anders komt de woeste vrouw wellicht ook achter jou aan.

17. ‘But you don’t look Dutch!’

Inderdaad, ik heb al mijn mede-Nederlanders teleurgesteld door niet lang en blond te zijn. Dat is de reden dat ik naar Ierland ben verbannen.

18. ‘Nederlanders zijn zo ondernemend!’

Okee, dit is misschien twee keer tegen me gezegd. Maar het gaf me zo’n voldaan gevoel dat ik het nog wel eens tegen mezelf fluister als ik een hele dag op de bank chocola lig te eten terwijl ik met een half oog naar Netflix kijk, en dan voel ik me erg goed.

Laat het me weten als ik iets belangrijks ben vergeten, en of het herkenbaar is! Ik zal proberen om iets sneller dan vorige keer aan mijn volgende blog te beginnen. Gelukkig heb ik weer veel ideeën, dus hopelijk komt het goed.