Fems Lijstjes: Van wiet tot King Billy. Wat mensen tegen mij zeggen als ze horen dat ik uit Nederland kom

Fems Lijstjes: Van wiet tot King Billy. Wat mensen tegen mij zeggen als ze horen dat ik uit Nederland kom

Goedendag vanuit een ietwat vrijer Ierland! Wij kunnen nu buiten eten en bier uit echte glazen drinken. We kunnen naar het museum en we kunnen kastelen bezoeken. En, het allerbelangrijkst: we kunnen weer de boekwinkels en charity shops leegkopen! (En met wij bedoel ik natuurlijk: ondergetekende.)

Het heeft schandelijk lang geduurd voor ik me er weer toe kon zetten om wat te schrijven, dat geef ik grif toe. Het komt, denk ik, omdat ik al de godganse dag met mijn kanis voor de computer hang, en dan wil ik ’s avonds liever naar een ander beeldscherm kijken, dat iets groter (tv) of iets kleiner is (telefoon). Het was ook erg mooi weer, dus ik zat vaak met mijn bleke computerhoofd in de zon, om toch nog een beetje gezond te blijven. Kortom, het bloggen schoot er wat bij in. Godzijdank heeft de mate van vrijheid die we nu genieten veel invloed gehad op mijn brein: de eerste week nadat de het land weer zo’n beetje opengegooid werd, werd ik overspoeld door inspiratie. Verhalen, ideeën, dagdromen, liedteksten en gedichtjes (die jullie allemaal nevernooit onder ogen krijgen) vlogen gemoedelijk mijn hersenpan binnen, terug van weggeweest. Ik tekende en schreef en bedacht me algauw dat ik óók nog ergens een verwaarloosde blog had zweven. Tijd om hem weer even op te frissen! Hoewel ik nu erg opsnij over mijn grandioze inspiratie, schrijf ik gewoon lekker nóg een ‘Fems Lijstjes’, want wie maakt me wat? Ondertussen zijn er alweer drie maanden verstreken, dus ik weet zeker dat jullie m’n vorige schrijfsel toch allang weer vergeten zijn.

Die laatste paar maanden heb ik veel over Nederland nagedacht, waarschijnlijk omdat mijn vijfjarig Iers jubileum laatst voorbij kwam (en Favoriete Ier en ik begonnen zijn serieus na te denken over onze – mijn – terugkeer over een paar jaar). Vijf jaar is kort en lang tegelijk. En er is sindsdien iets raars gebeurd: ik ben erg tevreden en gelukkig. Ligt dat aan die vijfjarige grens? Men zegt altijd dat dat het moment is dat je je écht gesetteld voelt. Ik weet het niet. Ik voel me hier inderdaad nu heel erg thuis en toch ook vaak nog steeds niet. Af en toe ben ik me nog altijd bewust van mijn on-Iers-heid. Dat komt misschien door mijn accent, of door mijn ‘typisch Nederlandse/Europese’ trekjes waar anderen me altijd op wijzen (grmbl); ik weet het niet. Aan de andere kant begin ik me ook steeds minder Nederlander te voelen.

Eerlijk gezegd denk ik dat deze ‘tweestrijd’ een natuurlijke reactie is op het verlaten van je geboorteland. De eerste twee jaar zijn spannend en nieuw, het derde krijg je erge heimwee, dan settel je en dan ga je nadenken over de toekomst. Waar hoor ik thuis? Ik heb soms zo het idee dat ik mijn connectie met Nederland verlies, zeker nu tijdens de pandemie – het lijkt allemaal erg ver weg. Ierland is grotendeels ‘mijn’ landje, het land waar ik mijn volwassen leven begon, maar zodra ik voet op Nederlandse bodem zet, komen de eerst 25 jaar van mijn leven met volle kracht teruggestroomd. Het is een vreemd gevoel. Misschien moet ik het omarmen: ik begin langzamerhand twee thuislanden te krijgen, in plaats van één.

Mij onopgemerkt tussen de Ieren (en anderen) te begeven lukt echter nog steeds niet. Mensen blijven me telkens vragen waar ik vandaan kom (dat vermaledijde accent! – dat ik overigens steeds minder vervelend begin te vinden). Omdat mijn vrienden hier allemaal uit andere landen komen, blijven culturele verschillen vaak een onderwerp van gesprek. Ik begin het waarempel steeds leuker te vinden, en ik begin de gekke Nederlandse trekjes zelfs te waarderen (tot op zekere hoogte). Er is echter één ding waar ik nog altijd gek van word en dat zijn de standaard reacties die ik krijg als ik vertel waar ik vandaan kom.

Elke Nederlander kent ze wel, en hoe meer je je buiten je landsgrenzen begeeft, hoe vaker je ze te horen krijgt. Ik blijf het gek vinden dat zoveel verschillende mensen, uit zoveel verschillende landen, dezelfde saaie dingen van je willen weten. Af en toe komt er nog wel iets boeiends voorbij, maar vaak kun je er donder op zeggen dat je hetzelfde gesprek voert als tientallen andere keren. Gaap. Dat aspect van reizen en je onder de mensen te begeven heb ik het afgelopen jaar absoluut niet gemist.

Hier zijn de reacties die ik gedurende mijn leven hebt ontvangen, (min of meer) gerangschikt van vaak- tot minder vaak voorkomend.

1. Iets over wiet/coffeeshops

via Amsterdam.info

Elke Nederlander, en zeker elke Amsterdammer, kent dit wel. “Roken jullie dan de hele tijd?” Vragen of je altijd stoned bent, of dat suggereren. Op m’n werk is er nog altijd iemand die deze grap over mij maakt, en eerlijk is eerlijk, hij staat niet bekend om z’n verfijnde humor (al mag ik hem graag, laat dat genoteerd staan). Soms probeer ik het onvermijdelijke vóór te zijn door er zelfs iets over te zeggen, maar daarna heb ik wel iets minder respect voor mezelf. Ik snap de interesse enigszins, maar ik vind het zo’n non-onderwerp, en lui bovendien: tenslotte ga ik ook niet tegen elke Ier over Guinness of alcoholisme beginnen, of wel dan? Zo blij dat er tegenwoordig meer plekken zijn waar ’t legaal is, en Amsterdam daardoor iets minder speciaal is. (Dat rijmt!)

2. Iets over Cruijff

Cruijff in z’n jonge jaren, via Het Parool

Eerlijk gezegd begint deze categorie wat minder vaak voor te komen – is dat misschien omdat de generatie die Cruijff kende, langzamerhand aan het verdwijnen is? Of zich niet meer in mijn kringen begeeft? Maar er zijn talloze momenten in mijn leven geweest waarop iemand triomfantelijk de naam van de voetballer in mijn gezicht schreeuwde als ze hoorden waar ik vandaan kwam. Ik heb het nooit helemaal begrepen. Wat moet je op zo’n moment doen? Iemand feliciteren met z’n kennis? De naam van een andere voetballer terugschreeuwen, en zo verder, tot je allebei niets meer weet te zeggen? (Dat zou nog best een leuk spel zijn.) Soms laat ik me verleiden iets over voetbal te mompelen, een onderwerp waar ik nauwelijks wat vanaf weet, maar meestal lach en knik ik maar. “Inderdaad! Dat is een naam die ik ken, al spreek je hem helemaal verkeerd uit!”

Ik heb echter wel een favoriet Cruijff-schreeuw-moment en dat speelde zich af in Glasgow. Middenin de nacht stapte ik in een taxi, een paar biertjes achter de kiezen. De chauffeur begon een gesprekje met me, zoals dat gaat, en ik verbaasde me erover dat ik min of meer kon volgen waar hij het over had. (Of in ieder geval, de drank zorgde ervoor dat ik dat geloofde.) Toen het even stil bleef, en ik langzaam wegzakte in een slaperige roes, draaide hij zich plots naar me toe en riep iets keligs. Het klonk…Schots? Toen mijn reactie uitbleef, zei hij het opnieuw, nu op iets hardere en ongeduldiger toon. Ik schudde mijn hoofd. De man fronsde zijn wenkbrauwen en zei: “Ye-knoow… Krrruf!” “Is that a drink?” vroeg ik onschuldig, en veroorzaakte bijna een botsing. “Kruf! Kruf! Kruf!” herhaalde de chauffeur nu, totdat het tot mijn wazige brein doordrong. Na deze uitwisseling bleef het angstvallig stil. Ik moest en zou ervoor zorgen dat we weer op goede voet zouden komen te staan. Snel, Fem! Zeg iets over Schotland!

“So…” begon ik, “do you think Scotland should be independent?”

Hij deed of hij me niet goed verstond. We hebben de rest van de rit geen woord meer gezegd.

3. Iets over prostitutie

via Holland.com (lol)

Wiet, Cruijff en prostituées zijn mijn heilige drie-eenheid op dit lijstje. Het behoeft weinig uitleg, en toch wil ik jullie een recent voorbeeld meegeven wat betreft ’t laatste.

Onlangs raakte ik in gesprek met een zwerver op Grafton Street, die mij vele vragen stelde over mijn herkomst, en me verbaasde door helemaal niets te zeggen over Amsterdam. In plaats daarvan vertelde hij me een lang en uitgebreid verhaal over een Ierse koningin die wel zeven keer getrouwd was. “She killed-em all”, zei-ie met glinsterende ogen. “You know what”, zei hij toen. “You look a bit like her.” Natuurlijk nam ik dat gelijk aan: hoezo, wil je me vertellen dat ik niks weg heb van een Ierse die duizend jaar geleden leefde? Kom nou, zeg. “She had beautiful red hair, like a fox”, vervolgde de man, en mijn droom werd ruw verstoord. Op dit moment, rijkelijk laat, begon ik te twijfelen aan zijn beoordelingsvermogen en intenties. De man verzonk in diep gepeins, en ik dacht dat dit een juist moment zou zijn om er zo zoetjesaan vandoor te gaan.

“Wait”, riep de man me na, “wait, before you go, there is something I need to ask you.”

Stompzinnig draaide ik me om. Hij kwam weer naast me staan.

“Listen”, zei hij, “you are from Amsterdam. This might be a really strange question – and you have to tell me if it’s inappropriate at all – but since you’re from Amsterdam, are you, by any chance, and please don’t get me wrong, I don’t mean anything by it, but are you a prostitute?”

Na alle verhalen had ik dit absoluut niet aan zien komen, en ik was zo verbijsterd dat ik in lachen uitbarstte. Ik zou graag willen zeggen dat ik iets gevats terugzei, maar de eerlijkheid gebiedt me te vertellen dat ik niet meer weet wat mijn antwoord was. Het leek me echter een prima reden om een eind aan het gesprek te breien, en Grafton Street te verlaten. (Twee seconden later werd ik door iemand anders aan een spervuur van vragen onderworpen, maar dat is een verhaal voor een andere keer.)

4. Iets over dat ze een HEEL ANDER soort toerist zijn in Amsterdam dan anderen

“Drugs en hoeren, ik? Nee, ik snap wel dat er meer te zien is, absoluut, prachtige stad. Zo vervelend dat ’t die reputatie heeft. Dat mensen alleen maar dáárvoor naar Amsterdam gaan! Nee, ik doe culturele dingen. Ik ben naar het Anne Frank-huis geweest. En naar die andere stad, kom-hoe-heet-het…”

5. Ven Go

via Wikipedia
Ik haat dat dit NIET KLOPT en het toch wel leuk is

Om eerlijk te zijn vind ik dit onderwerp niet eens zo erg, als mensen er écht over willen praten – waar ik vooral een hekel aan heb zijn de woordgrapjes die gemaakt worden gebaseerd op de verkeerde uitspraak van de naam! (Zie plaatje hierboven voor een triple whammy, en twee geërgerde naties voor de prijs van één.) Als je dan probeert uit te leggen hoe je Van Goghhhh écht uitspreekt, kijkt men je aan of je net de duivel uit de krochten van de hel hebt opgeroepen. En dat begrijp ik dan wel weer.

NB: Het Nederlandse woord dat hier het meest gebruikt wordt voor ‘puns’ is Gouda, uitgesproken als ‘gooda’, met een Engelse G. Zucht. Het vervelende is dat ik het nu zélf ook zo uit moet spreken, wil ik begrepen worden.

NB2: Ik heb hier eens een rant over gehouden tegen een Franse vriendin van mij, omdat ik dacht dat zij mijn taal-ergernis wel zou kunnen begrijpen, maar ze vond dat ik me niet zo moest aanstellen. Ik vermoed dat het komt omdat ze me zelf eens vroeg hoe je ‘Van Gogh’ uitsprak: ze had er een discussie over met haar Amerikaanse vriend, die logischerwijs Ven Go zei. Zij dacht: ‘Vann Gogue’. Ik moest hen natuurlijk allebei teleurstellen, en ik weet zeker dat ze me dat nooit vergeven heeft.

Of…of ik ben inderdaad een zeikerd, maar dat is zeer onwaarschijnlijk. Onwards!

6. Iets doms in het Nederlands

Zoals ‘neuken in de keuken’. Mijn missie is nu om in plaats daarvan ‘Bier en tieten!’ gemeengoed te maken. Het verspreidt zich al aardig door Ierland. Nee, het lost het probleem niet echt op, maar dan is er tenminste wat variatie.

7. Iets over Zwarte Piet

“Tell me about your racist holiday!” “I’ve heard you all wear blackface for Christmas!” Etc. etc. Goede gespreksopening natuurlijk, daar niet van.

8. Iets over fietsen

Via Kidsweek

Ha, sucker! Ik vind het hartstikke leuk om over fietsen te praten. Dat had je zeker niet verwacht, he? Nee, he? Nu zit je aan me vast. Nu moet je naar me luisteren terwijl ik zanik over de slechte staat van de fietspaden en Ierland, en wat een hekel ik heb aan Ierse fietsers. En dat ik niet snap hoe het kan dat mensen niet van fietsen houden, het is zo’n fijn gevoel overal naartoe te kunnen zonder in de auto te hoeven stappen! ’t Is nog gezond ook! En nee, het maakt niet uit wat voor weer het is, kom op zeg, ben je soms van suiker? Oh, sorry, dat is een Nederlandse uitdrukking, are you made of sugar, het betekent…Oh, okee, okee. En tsja, so what als je een drankje op hebt, dat kan ook gewoon, geen probleem, en weet je wat ik echt heel vervelend vind aan de fietssloten hier…hee! Waar ga je naartoe? Nou zeg. Jíj begon erover. Jíj zei: “Zo grappig dat iedereen in Amsterdam fietst!” Dan moet je hier wel tegen kunnen hoor! Wacht!

(stapt op de fiets en rijdt hard achter de ander aan) WACHT!

9. Iets over klompen of molens

Via goedkopeklompen.nl (deze site moet ik onthouden)

Dat vind ik ook niet zo erg, het zijn onschuldige onderwerpen, en ons land doet er alles aan om deze twee dingen als ‘typisch Nederlands’ aan te prijzen. Het zijn goede, simpele en herkenbare symbolen. Ik heb zelf een paar sokken met klompenprint (wat nergens op slaat, natuurlijk – wat als ik die sokken in klompen draag? Ben ik dan dubbel beklompt?), zodat ik subtiel kan laten weten waar mijn roots liggen. Vroeger rende ik wel eens rond in mini-klompjes met de Friese vlag erop, een weetje dat ik anderen graag toevoeg. Is het gesprek eenmaal die kant op gegaan, dan haal ik mijn telefoon tevoorschijn om mensen via het wereldwijde web kennis te laten nemen van de klompendans, de meest knullige nationale volksdans die Europa te bieden heeft. En dan kun je me niet meer stoppen: we klikken dóór naar andere leuk volksvertier, hier, heb je wel eens van fierljeppen gehoord? Cool, nietwaar? Oh, wat? What about our racist holiday? Nee, nee, daar hebben we het nu niet over, Nederland heeft veel meer te bieden…kijk, hij springt over een sloot…!

Het blijft toch wel gek dat Nederland het enige land is dat zo wereldwijd bekend staat om z’n klompen en molens. Er zijn wel wat andere plekken op de wereld waar één van beiden of allebei ook voorkomen of voorkwamen, maar op de één of andere manier zijn wij het Ultieme Klompen & Molens-Land. Als je weet waarom dat zo is, schrijf een reactie onder deze blog, zodat ik in alle oprechtheid kan uitroepen: “Welja! Now breaks my wooden shoe!”

10. Iets over het Nederlandse landschap

Via Maxvandaag.nl. Wel mooiiii heuurrrr

Ja, echt heel plat, inderdaad. Water. Dijken. Koeien. Tulpen. Inderdaad.

11. ‘Oh, Nederland! Ik was in…’

Dankzij onze onuitspreekbare taal begrijp ik nevernooit wat mensen bedoelen, tenminste, als ze iets anders zeggen dan ‘Amsterdam’. En als ik het dan doorheb, spreek ik het van de weeromstuit zelf verkeerd uit. “Ooh, Endhoffen, yes yes, a very nice place.” Zo komt het natuurlijk nooit goed. Erger is het als ze een stad noemen die helemaal niet in Nederland ligt (zie ook 12 en 13).

Mijn allerfavorietste anekdote over dit onderwerp brengt ons terug naar het jaar…wat zal het zijn…2008, 2009, zoiets? (Ik ging nog met mijn ouders op vakantie, maar het einde zat eraan te komen, dus het kan niet veel later zijn geweest.) We waren in Denemarken, in een folkloristisch openluchtmuseum. Eerder die dag was ik vast komen te zitten op een ouderwets houten toilet, omdat het slot van de deur om onbegrijpelijke reden aan de buitenkant zat, en iemand het had dichtgedraaid terwijl ik in alle ongemak zat te kakken. Dit vertel ik jullie om duidelijk te maken wat een sukkelige dag het was – en dit was nog maar het begin!

Het was snacktijd en we wilden een ijsje halen. “Dat kan ik wel!”, dacht ik, overmoedig, maar mijn sukkeligheid had mij nog niet verlaten. Ik liep naar het houten hutje met het herberg-uithangbord, en zag door het open raam iemand daarbinnen staan te niksen. “Hello!” riep ik. “Could I please have ice cream?” Een reactie bleef uit, dus ik riep het opnieuw, iets harder. Mijn ouders snelden op me af en zeiden: “Fem, waarom loop je in ’s hemelsnaam zo te schreeuwen? Je moet binnen bestellen.” Bleek dat ik in mijn enthousiasme tegen een nietsvermoedende mede-toerist had lopen bleren.

Met het schaamrood op onze kaken gingen we naar binnen. (Gelukkig, in dit geval, zijn Scandinaviërs stoïcijns: als er lawaai wordt gemaakt of als je iets ‘geks’ doet, negeren ze je gewoon. Wij vieren werden dus 99% van de tijd over het hoofd gezien.) De dame achter de toonbank – de échte verkoopster, dus – begon een praatje met ons, vrij onkarakteristiek voor Denen. Zij had door al ons lawaai natuurlijk allang gehoord dat wij Nederlanders waren, en wilde ons graag vertellen wat ze van ons landje wist.

“I know Nimwekken”, zei ze tegen mijn vader. Wij waren met stomheid geslagen, en er viel een net-iets-te-lang-durende stilte. “Nimwekken, Nimwekken”, zei ze opnieuw. Wij sukkelige sukkels hadden geen idee waar ze het over had, totdat er een lichtje begon te branden bij mijn vader – hoewel uit zijn reactie duidelijk bleek dat hij slechts deed alsof. “Oh, you mean: ‘Niet smakken!'”, zei hij, net iets te enthousiast. De vrouw knikte, niet overtuigd. “Yes…Niet smakken…I was there”, zei ze. Mijn vader, uitermate verbaasd: “You were in Niet…” “Oh, natuurlijk…NIJMEGEN!” onderbrak ik hem gehaast. “Ze bedoelt Nijmegen! You were in Nimwekken! Yes, yes, a very nice city.”

Er viel een tweede, diepere stilte. “Ok, well…Bye!” zei mijn vader toen maar, uit ongemak. We dropen sukkelig af. Godzijdank hadden we onze ijsjes nog.

12. ‘I heard you can’t call it Holland!’

Ik vind dit altijd heel lief – iedereen schijnt YouTube-filmpjes en dergelijke te hebben gezien waarin het verschil tussen Holland en Nederland wordt uitgelegd. Ik vraag me altijd af hoeveel verwarring er wel niet moet zijn tijdens internationale voetbalevenementen, wanneer Nederlandse supporters opeens tegen alle verwachtingen in massaal “HOLLAND! HOLLAND!” schreeuwen.

En eerlijk gezegd kan het me weinig schelen. Luister. Ik ben een vervelende Randstedeling. Ik kom uit Holland. Mij maakt het niets uit… (* evil lach *)

13. Iets over Duitsland

AAARGHH.

14. Iets over Denemarken

MAAR WAAROM?!?

15. ‘Waar is dat?’

Niet in Duitsland en ook niet in Denemarken. En nee, ook niet in Brussels, nee, sorry.

16. King Billy

Deze afbeelding wordt vooral vaak gebruikt als inspiratie voor muurschilderingen in Noord-Ierland (zie onder)

Dit is vrij exclusief voor Ierland, en daarom moet ik jullie wat historische achtergrondinformatie geven.

Het is de tweede helft van de 17e eeuw. ‘King Billy’ is de man die wij als stadhouder Willem III van Oranje kennen. In 1677 trouwt hij trouwt met Mary Stuart, de dochter van de Engelse koning James II. James is niet heel populair, deels omdat hij katholiek is – zijn dochter is protestant, net als Willem: een belangrijk detail. Jep, dit is gedoe tussen protestanten en katholieken, een zeer gezellig thema in onze Europese geschiedenis. Dankzij allerlei politiek gezanik, o.a. om een sterkere macht tegenover Frankrijk te vormen en vanwege het feit dat een stelletje vooraanstaande Engelsen liever een protestantse monarch wil hebben, nemen de twee uiteindelijk de Engelse troon over in 1689, na wat bekendstaat als de Glorious Revolution. James wordt afgezet en vlucht, maar er zijn nog veel mensen die hem steunen, onder andere in de nabije regionen die van oudsher grotendeels katholiek zijn: Schotland en Ierland. En James is niet van plan het er zomaar bij te laten zitten.

Daar verschijnt Ierland ten tonele! Ierland was tegen die tijd al onderdeel van het Britse rijk – officieel al sinds de 12e eeuw – maar de strijd die nu zal uitbreken wordt als een belangrijk moment in de Ierse geschiedenis gezien. Die strijd, tussen degenen die James steunen – de Jacobites, waar veel Schotten en Ieren onderdeel van uitmaakten – en degenen die Willem steunen – de Williamites – wordt namelijk deels op Ierse grond uitgevochten. James is naar Ierland uitgeweken en wordt door Willem verslagen tijdens de Battle of the Boyne (1690). Vanaf dat moment zijn de Engelse monarchen altijd protestant geweest, wat over het algemeen geen goed nieuws was voor de Ierse katholieken. Ondanks dat Ierland al eeuwen eerder door Engelsen was gekoloniseerd en veel anti-katholieke maatregelen al jaren vóór Willems heerschappij waren ingevoerd (en zelfs behouden werden door katholieke koningen), wordt de Williamite War op de één of andere manier als het moment gezien waarop ’t echt misging. In Noord-Ierland, waar troubles tussen protestanten en katholieken tegenwoordig nog altijd spelen (deels als een uitwas van die eeuwenlange strijd op Engelse grond), wordt King Billy als een held gezien door groepjes extremistische protestanten zoals de Orangemen (jep, Orange als in William of Orange), die de Battle of the Boyne elk jaar herdenken. Kortom, oranje Billy is een controversieel figuur in Ierland.

Dit speelde 300, 400 jaar geleden, maar zoals je ziet zijn mensen Willem nog niet vergeten. Mensen vragen er hier soms wel naar als ze horen dat ik Nederlands ben, maar het is vaak als grap (zoals de collega die ook andere flauwe grapjes maakt: hij is toevallig een protestantse Noord-Ier) of uit historische interesse (na de Williamite War was er een influx van Nederlandse immigranten in Ierland, en op archeologische sites in Dublin vind je soms de resten van zgn. ‘Dutch Billies’: 17e/18e-eeuwse huizen in Nederlandse stijl, plus veel aardewerk en kleipijpjes van Nederlandse makelij). Echter, er zijn, zoals jullie weten, veel rare types op het groene eiland – en het is onvermijdelijk dat je die soms tegenkomt, meestal op een totaal onverwacht moment.

Toen ik jaren geleden in een hostel in Cashel werkte, zat ik op één van mijn vrije dagen in het zonnetje op de bus te wachten, samen met een collega. We waren net verwikkeld in een enigszins haperend gesprek (de collega sprak niet zo goed Engels) toen er een vrouw langsmarcheerde. Ik staarde haar waarschijnlijk net iets te lang aan, maar dat kwam omdat ze een hondje bij zich had, en het arme beestje had moeite om haar bij te houden: hij stikte bijna aan zijn lijn.

De vrouw banjerde op me af, en prikte een vinger in mijn gezicht. “Where are you from?!” zei ze kwaad. Ik schrok van haar toon en zei: “Ehm, I’m Dutch.” “Aha!” riep ze, alsof dat alles verklaarde. “King Billy, eh? King Billy! Do you know King Billy?” Ik had op dat moment nog nooit van deze naam gehoord, en schudde mijn hoofd. “I’ll tell you about King Billy”, zei ze, “he conquered Ireland! And he was Dutch! Dutch King Billy!”

Als ik op dat moment meer kennis had gehad, had ik haar tegen kunnen spreken. Maar ik wist niet waar ze het over had, en daarnaast werd mijn aandacht afgeleid door het feit dat de dame ondertussen haar arme hondje aan zijn veel te korte lijn optilde. Het beestje hijgde en spartelde, en het was verschrikkelijk om te zien. Ik wees en probeerde de tirade over King Billy te onderbreken. “Miss? Miss? Your dog…” Na een tijdje merkte de vrouw dat ik niet luisterde, en haar bovendien nog steeds vol onbegrip aanstaarde. Ze boog zich naar me toe: “You Dutch should be ashamed of King Billy.” Ze trok de hond omhoog, in haar armen – hij ademde opgelucht – en racete er vandoor, net zo abrupt als ze gekomen was.

Wees dus voorzichtig als je in deze contreien bent – in Tipperary, een county die er, samen met Cork, prat op gaat veel rebellen te hebben voorgebracht. Zorg dat je accent niet duidelijk te horen is. Vertel niemand dat je Nederlands bent. Anders komt de woeste vrouw wellicht ook achter jou aan.

17. ‘But you don’t look Dutch!’

Inderdaad, ik heb al mijn mede-Nederlanders teleurgesteld door niet lang en blond te zijn. Dat is de reden dat ik naar Ierland ben verbannen.

18. ‘Nederlanders zijn zo ondernemend!’

Okee, dit is misschien twee keer tegen me gezegd. Maar het gaf me zo’n voldaan gevoel dat ik het nog wel eens tegen mezelf fluister als ik een hele dag op de bank chocola lig te eten terwijl ik met een half oog naar Netflix kijk, en dan voel ik me erg goed.

Laat het me weten als ik iets belangrijks ben vergeten, en of het herkenbaar is! Ik zal proberen om iets sneller dan vorige keer aan mijn volgende blog te beginnen. Gelukkig heb ik weer veel ideeën, dus hopelijk komt het goed.

Nederland door Ierse ogen

Nederland door Ierse ogen

Afgelopen week was ik in Nederland met Favoriete Ier, en hoewel hij er al eens eerder was geweest, is het natuurlijk altijd anders als je een local als gids hebt. Al heb je er in mijn geval niet al te veel aan, want ik raak nog steeds verdwaald in het centrum van Amsterdam, en weet ook niet zo heel goed hoe bepaalde dingen werken. (Dat laatste geldt overigens voor elke plek waar ik kom, dus wellicht zegt dat niet zo veel.)

20191004_100106[1]
Ons hostel
We logeerden op een boot aan het IJ, op loopafstand van het Centraal Station en de grachten, en dat voelde voor mij bijna alsof ik in een andere stad verbleef. Normaal gesproken hang ik bij mijn ouders rond, en kom ik niet vaak in het centrum, tenzij het echt nodig is. Nu kon ik er bij wijze van spreken heen rollen. Er werd natuurlijk van mij verwacht dat ik wist waar we heen konden gaan en hoe we het snelste op bepaalde plekken terecht konden komen, maar in de praktijk bleek dat F.I. ons veel vaker de goede richting op stuurde dan ik deed. Hij had ook een aantal coole musea uitgezocht waar ik nog nooit eerder van had gehoord, dus tot zover de local touch. Pas toen we in Oud-Zuid rondwandelden, naar Leiden gingen en een dagje Efteling deden, voelde ik me weer meer op mijn gemak.

20191005_125222[1].jpg
De Ritman-bibliotheek, een museum waar ik nog nooit eerder van had gehoord
Het was erg grappig om met een niet-Nederlander door mijn landje te wandelen, want anderen zien alles heel anders dan jij. Ik ken Amsterdam en Leiden aan de hand van mijn leven: de cafeetjes waar ik gewerkt heb, de kroegen waar ik een biertje dronk, de boekwinkels waarin ik rondsnuffelde, de straten waar mijn vrienden en familie wonen, de buurten waar ikzelf gewoond heb en de plekken waar ik naar school ging, om maar een paar dingen te noemen. Als rondsjokkende toerist die geen haast heeft en alles goed in zich op kan nemen, merk je heel andere dingen op, en heb je tijd om frivole dingen te doen (zoals het eten van een overdreven grote stroopwafel met karamel en zeezout, of het proeven van vier soorten jenever). Daarnaast ziet een buitenlander natuurlijk ook de grappige culturele verschillen. De Efteling was eveneens een bron van vermaak, want hoewel velen van ons dit pretpark al van jongsaf aan bezoeken, was dit de eerste keer dat F.I. er was, en ‘door zijn ogen’ zag ik wat een maffe plek het eigenlijk is.  

Tijdens ons uitje heb ik geprobeerd bij te houden wat F.I. zoal te zeggen had over mijn land, en ik heb er natuurlijk met hem over gesproken. Ik loop altijd maar te lullen over hoe het is om een Nederlander in Ierland te zijn, maar het is best geinig om het nu eens om te draaien, hoe kort het bezoek ook was. Gelukkig was niet alles negatief – ik heb de man volgepropt met Nederlandse snacks, dus het zou wel erg sterk zijn als hij niet tevreden was geweest.

Dit waren de voornaamste observaties:

-De meeste Nederlandse kinderen zijn little cunts. Ik had F.I. eerder verteld dat de schattige blonde oogappeltjes wel eens de brutaalste wezentjes ter wereld konden zijn, en hij geloofde me niet. Drukker dan Ierse kinderen? Onmogelijk. Dit idee werd snel aangepast toen we op zondag een bezoek aan het museum brachten en links en rechts door schreeuwende koters opzij werden geduwd, zonder dat de ouders daar wat van zeiden. Erger nog: die deden er soms zelf aan mee. Een pijnlijke blootlegging van de Nederlandse aard…

-Over little cunts gesproken, laten we maar meteen de andere negatieve opmerking te berde brengen: Nederlandse (en met name Amsterdamse) fietsers zijn eikels. Ze letten niet op, rijden je van je sokken, en brengen zichzelf en anderen continu in gevaar. De tweewieligen zorgden voor een boel oudemannengemopper van meneer Roodbaard. Ik ondervond aan den lijve hoe het was om een toerist te zijn, omdat ik altijd moet wennen aan het omgedraaide verkeer als ik terug ben, en daardoor niet altijd doorhad waar ik me bevond (hoewel dat laatste niets nieuws is).

-Gelukkig is het niet alles ellende wat de klok slaat. Het eten en de snacks zijn erg goed, stelde F.I. tot zijn tevredenheid. We hebben alle Nederlandse lekkernijen en bijzonderheden geproefd, en ze gingen er goed in: van kroketten uit de muur en bitterballen tijdens de borrel (die eerste waren geliefder dan laatstgenoemde, hoewel ze slechts met een kleine marge ‘wonnen’) tot pannenkoeken voor het avondeten (wat eerst niet helemaal begrepen werd, want pannenkoeken eet je toch voor het ontbijt? Tsja, als je Amerikaans bent misschien). Wat niet zo gewaardeerd werd, waren plakken leverworst, maar dat kwam eerlijk gezegd ook omdat ze niet erg appetijtelijk werden geserveerd. Oh, en ons ‘twee sneetjes brood met kaas/hagelslag’-ontbijt is schijnbaar belachelijk en totaal niet continental, al wordt de zwarte koffie godzijdank in een kopje met precies de juiste afmetingen geserveerd. Dat eerste gedeelte deed mij het meest pijn, want ik ben de grootste hagel-slag (snap je hem?) die er op deze aarde rondloopt. Ik was echter allang blij dat ik geen kwaad woord hoorde over de Nederlandse horeca-service, want die is in Ierland precies zo horkerig.

20191004_162719[1]
JUMMIEEEEE
-Een andere Nederlandse specialiteit die de goedkeuring weg kon dragen, was onze sterke drank. Jenever is absoluut niet hetzelfde als de Nederlandse versie van gin, hoewel het overal zo aangegeven wordt en beide dranken van de jeneverbes zijn gestookt. Noem me dom, want dat ben ik in dit geval, maar ik had de connectie tussen jenever en jeneverbes nooit eerder gemaakt. Jonge jenever smaakt meer als wodka, en very very old genever (1 jaar of ouder) heeft bijzonder veel weg van whisky, zoals de aardige bardame ons al vertelde.

-Wat betreft die Nederlandse bardames (en de meeste andere dames in ons land): die zijn van een buitengewone schoonheid, wat ik tot vervelens toe aan moest horen, maar wat ik grotendeels kan onderschrijven. Waarom zijn ze bijna allemaal zo lang en blond? Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat je als kleinere, donkerharige vrouw zonder pardon het land wordt uitgezet en naar Ierland wordt gestuurd.

-Nederlandse mannen zijn overigens freaks of nature: te uitgerekt om zich nog normaal door de wereld te kunnen begeven. Ik denk dat het misschien een schok was voor F.I. om opeens niet meer overal de langste te zijn. De kledingstijl van de Nederlandse man werd ook enigszins op de hak genomen, want die was ofwel te hipster, ofwel te basic en casual, al waren we het er beiden over eens dat het leuk is om te zien dat enkelen zich meer uitgesproken durfden te kleden. NB – deze observatie werd, natuurlijk, in Amsterdam gemaakt.

-De hipsterige mannen hielden zich vaak op in de hipsterwinkels waar F.I. speciaal naartoe wilde, dus is er hier soms sprake van de pot verwijt de ketel? Me dunkt dat meer onderzoek nodig is. In ieder geval, de winkels waren een schot in de roos, want we hebben in Amsterdam a) goede vintagezaken en b) goede pennenwinkels, twee dingen waar je F.I. ontzettend blij mee maakt. Als je met iemand optrekt die gek is op vulpennen en inkt, kom je er al snel achter hoe lastig het is om de juiste zaak te vinden die precies de kleuren of merken verkoopt. In Nederland heeft bijna elke grote stad wel een gespecialiseerde pennenwinkel, iets waar ik nog nooit eerder bij stil heb gestaan. Daarnaast werden de boekwinkels zeer gewaardeerd – overal Engelse afdelingen! – en bezitten we kennelijk een goed assortiment aan slijterijen en craft beers.

20191006_171648[1]
Fijne biertjes in Brouwerij de Molen
-Die craft beers zijn overigens wonderbaarlijk goed – vergeet Heineken, daar is niets aan, zelfs niet als je het in Amsterdam drinkt. Het plezierde F.I. te zien dat zelfs de kleinste en meest ouderwetse kroegen een assortiment aan speciaalbieren schenken, en je zelfs in een pretpark dranken als Leffe Blond kon krijgen…

-Dat pretpark was, je raadt het al, de Efteling! F.I. was erg onder de indruk van de meeste rollercoasters en attracties, met name Baron 1898 en Fata Morgana. Van Monsieur Cannibale met de lepel door zijn neus moest natuurlijk een foto worden gemaakt. Er was verder bijzonder veel naaktheid te zien, wat hem verraste (de zeemeermin, de dame op de Halve Maen, de keizer uit ‘De nieuwe kleren van de keizer’), en mij ook, omdat ik dat nooit eerder opgemerkt had. Dat zal zonder twijfel de Nederlander in mij zijn. Tot slot gaven het Land van Laaf en het Sprookjesbos F.I. de rillingen; het begon met het ‘enge’ muziekje dat de Laven begeleidde, en het hielp niet mee dat ik hem door de babylavenkamer dirigeerde (zie onder: inderdaad creepy as fuck). De oudere poppen in het bos, Langnek voorop, werden ook niet echt gewaardeerd, al kon hij toegeven dat alles er wel heel cool uitzag. Al met al ben ik nog nooit zo snel door het sprookjesbos geracet als nu. F.I.’s reactie deed me terugdenken aan vroeger, toen sommige sprookjes mij eveneens angst aanjoegen: met name de draak en de trollenkoning (mijn vader vond het een hilarisch idee om mij op die trillende steen te zetten), maar ik heb ook wel eens een nachtmerrie over de Indische Waterlelies gehad.

lavenbaby
Creepy lavenbaby, die wel iets wegheeft van Trump

-Het was fijn om zonder enige moeite naar de Efteling te kunnen reizen. Zoals ik al eerder subtiel heb aangestipt, is het Ierse OV niet al te best, en het was een verademing om op Nederlandse bussen en treinen te kunnen vertrouwen. Ondanks het feit dat er altijd wel ergens een storing is, ging het rondsjezen verbazingwekkend goed. F.I. vond het prettig dat wij waarempel stiltecoupes hadden, en hield zich beter aan de stilteregel dan de meesten van ons zouden doen.

-Vervoer in Nederland zorgde dus voor ergernis (fietsen) en vreugde (treinen), en in het geval van onze ‘mini-auto’s’ (die halve scooterwagentjes) zorgde het voor algehele hilariteit, zeker als er een lange Nederlander uit kwam gerold.

-Wat schijnbaar ook hilarisch is, is onze taal – al moet ik niet denken dat F.I. die niet waardeert. Grappig genoeg kan-ie door het beetje Iers dat hij op school heeft geleerd veel van onze lastigste klanken goed uitspreken, met name de Gggg, en ik hoorde hem soms zachtjes mensen napraten. (Een paar van zijn favoriete woorden zijn ‘draak’ en ‘oorlog’, dus misschien komt hij stiekem uit een boek van George R.R. Martin gewaaid.) Hoewel het Nederlands dus best leuk is, moeten we onszelf niet voor de gek houden door te denken dat het ook een coole taal is, want dat is namelijk absoluut niet zo.

-Tot slot: de Amsterdamse wietcultuur is dom. Alsof wij dat niet wisten…

Dit was een bijna-allesomvattende opsomming van ons weekendje weg!

Ik ben nu weer in Dubje, wat fijn is, maar zoals altijd ook weer wennen. De week nadat ik terug kom zit ik altijd in een soort roes, en mis ik iedereen van thuis ineens heel erg. Heimwee is een vreemd zeurderig gevoel, zeker als het verder eigenlijk wel prima met je gaat,  en ik vind het soms heel lastig dat het moeilijk uit te leggen valt aan mensen thuis. Ik mis dan het gevoel van ‘eigenheid’, en heb het melodramatische idee dat ik alle belangrijke  dingen uit het leven van mijn Nederlandse vrienden mis. Ik wil er voor iedereen kunnen zijn, met iedereen kunnen praten, en dan voelt de afstand soms erg pijnlijk. Zie, zelfs hier weet ik niet goed hoe ik het verwoorden kan. Ik had er afgelopen dagen weer erg last van, en weet dan niet zo goed wat ik met mezelf aan moet – heb dan de neiging om mijn gevoelens over iedereen uit te storten, en probeer dat zo min mogelijk te doen, al lukt dat niet altijd. Godzijdank gaat het altijd snel over, want inmiddels heb ik hier een goed vriendenbestand opgebouwd, en heb ik nog genoeg mooie en spooky plannen in het verschiet – waarover in de volgende blog meer! Ik moet mezelf maar gelukkig prijzen dat ik het goed heb in twee verschillende steden, in twee verschillende landen; dat is een luxe waar ik dankbaar voor ben.

Tot de volgende blog!

Dub-Update: Fietsen met Fem

Dub-Update: Fietsen met Fem

Afgelopen paar weken was ik even helemaal klaar met dit land. Ik heb dat wel vaker, ook als ik in Nederland ben; het is een soort rusteloosheid, gekoppeld aan heim- en/of fernweh, maar dit keer bleef het door omstandigheden lang hangen, en was ik bijna onmiddellijk naar mijn eerste thuis teruggevlogen. Ik voelde me erg eenzaam en alleen, en het koude Ierse weer maakte het er niet beter op. Gelukkig weet ik inmiddels enigszins wat ik moet doen als ik me zo voel: vrienden en familie bellen, dansen, leuke dingen gaan doen (ik heb de The Addams Family-musical gezien, en het was fantastisch), en, het allerbeste: de natuur in gaan. Het scheelt dat ik vlak bij de kust woon. Ik besloot een stuk te gaan fietsen, en had met hulp van mijn huisgenoot een route uitgestippeld, helemaal tot aan een stadje genaamd Portmarnock.

Hieronder kun je mijn tocht stap voor stap (trap voor trap?) volgen om de echte Fem-ervaring mee te krijgen.

Trap 1.
Kies een fiets uit, het liefst eentje die helemaal niet geschikt is voor de heuvelachtige kustroute langs de Ierse zee. Mijn keuze was William of Orange, mijn oranje stalen ros dat mij nimmer teleurstelt. (Als je huisgenoot zegt: “Fem, misschien kun je beter de andere fiets nemen, dat is namelijk een mountainbike”, negeer hem dan.)

CAM03800[1]
Mijn trouwe William of Orange
Trap 2.
Het eerste halfuur volg je je uitgestippelde route, en ben je erg trots op jezelf. Het is een prachtig, vlak stuk langs het water – je kan de haven van Dublin zien, het is mooi weer, en iedereen glimlacht naar je. Kijk wel uit voor de talloze gevaren die deze weg voor je in petto heeft. Zoals ik al eerder heb verteld, hebben de Ieren weinig gevoel voor het aanleggen van fietspaden, en het zou zo kunnen dat je pad ineens doormidden gesneden wordt door een nauwelijks zichtbaar trappetje. Ik heb het idee dat men hier stiekem een hekel heeft aan fietsers.

northdubbay
Mooie foto van de North Dublin Bay in volle glorie, met daar links Howth. (via flickr.com)

Trap 3.
Raak afgeleid, bijvoorbeeld door een bord waarop staat: “Scenic route!!!!”. Maak een abrupte beweging met je stuur om het scenic weggetje in te slaan, zodat je bijna aangereden wordt, en rijd vrolijk over het nog altijd vlakke pad richting Howth. Lag Howth niet op een heuvel? Ach nee, kijk, als we hier rechtdoor gaan dan rijden we er zo omhe…wat was dat? Een nóg kleiner, nóg pittoresker weggetje? Stop! Terug! Toegegeven, het is wat hobbeliger hier, maar William of Orange heeft voor grotere uitdagingen gestaan.

Trap 4.
Raak nogmaals afgeleid, ditmaal door een bord waarop wandelroutes aangegeven staan. Als rechtgeaarde Fem, opgevoed door de Vleeshouwerclan, kun je een goed aangegeven wandelroute niet weerstaan. Je moet je fiets nu wel neerzetten om naar het bord te staren. Oh kijk, je kan een stukje van deze 10 kilometer lange tocht lopen. “The Bog of Frogs” – klinkt goed. Wat staat daar? Sturdy footwear recommended? Ha, ha, ha.

Trap 5.
Na vijfhonderd meter met Penneys-schoentjes over harde kiezels te hebben gesjokt, heb je plots heel veel zin om te gaan zitten en je boek te lezen. Er zijn ook veel te veel mensen op deze route, en sommigen willen zelfs met je praten! Bah. Een schapenpaadje lokt je naar een strand aan de voet van de kliffen, waar je helemaal alleen bent, waar niemand je kan zien, en waar de perfecte, uitgeholde, lounge- en relaxsteen voor je klaar ligt. Je blijft hier het grootste gedeelte van de dag, luisterend naar de golven en de zeemeeuwen.

CAM03783[1]

Trap 6.
Nu neemt moederskant van de familie je persoonlijkheid ineens over, en heb je verschrikkelijk veel zin in koffie. Er is echter één probleem: je bent in de middle of nowhere, en hoewel coffee vans tegenwoordig overal opduiken, zijn ze hier nergens te vinden.

Wat kun je doen?
A. Je volgt het kleine weggetje, maar zodra je de hoek om slaat gaat het pad steil omhoog. No thanks.
B. Je rijdt terug naar waar je afgeslagen bent en rijdt over een relatief vlakke asfaltweg verder, jezelf onderwijl een metaal schouderklopje gevend: zie je wel, ik heb helemaal geen mountainbike nodig. Je benen spreken je tegen: Fem, dit is vals plat. Je bent trots op jezelf: Ha, ik ken een wielrennersterm! Over wielrenners gesproken, die passeren je links en rechts en voor en achter, met hun stomme dunne bandjes. Je merkt ineens dat je zweet als een otter. Je moet afstappen en verder lopen. Je denkt: Ik wandel het hele stuk wel gewoon, maar een bord schreeuwt je toe: HOWTH, 5 KM en je verliest alle moed. Ah, gelukkig is daar een paadje dat naar beneden leidt – de redding! Maniakaal lachend scheur je de heuvel af, om vervolgens precies daar aan te komen vanwaar je vertrokken was.
C. In arren moede rijd je maar weer helemaal terug naar waar je het bord met “SCENIC ROUTE!!!” zag staan en volgt de saaie autoweg. Je passeert elke honderd meter een kerk, en rijdt dan Howth binnen. Thank God! Je hebt het gehaald.

Trap 7.
Zet William of Orange neer, ontwijk de Nederlandse toeristen, en ga in je favoriete, overpriced koffietentje zitten, waar de baristas het allemaal te druk hebben met knap zijn om aandacht aan jou te schenken. Drink je koffie zo langzaam mogelijk op, zodat je lekker lang kan blijven zitten. Mwhahaha.



Trap 8.
Rijd terug naar huis over de normale route. Hé, nu duurt het maar twintig minuten! Dat is gek. Plof neer op de bank en doe alsof je een uitputtende dag achter de rug hebt, zodat je huisgenoten voor je koken.

PS) FemInIreland is niet verantwoordelijk voor eventuele ongelukken die voortkomen uit het volgen van deze trappen.
PS 2) Inmiddels ben ik weer helemaal gelukkig, en dat zou heel misschien te maken kunnen hebben met het feit dat we puppy’s in huis hebben.

Fems Lijstjes: Wat ik mis aan Nederland

Fems Lijstjes: Wat ik mis aan Nederland

English version

Je woont al meer dan een jaar in Ierland en je kan er niet aan ontkomen: heimwee (joechei, was dat een mooie, NOS-waardige andersomliner of niet dan?). Heimwee komt op de raarste momenten en duurt soms slechts een paar minuten, dan weer een paar dagen. Af en toe wil ik op het eerste het beste vliegtuig springen om terug te gaan, en soms word ik alleen maar blij van die melancholische gevoelens. Dit zijn de willekeurige dingen die ik enorm kan missen (afgezien van de usual suspects zoals familie, vrienden, katten, hagelslag, en bitterballen).

1. De zaterdagochtenden bij mijn ouders
Zonder twijfel mis ik dit het meest. Laat opstaan, dan de geur van het kopje koffie al ruiken, en de verse Volkskrant op de tafel zien liggen. De combinatie Senseo-koffie & VK magazine (beide snel weg te werken op zo’n zaterdagochtend) zal ik nooit kunnen vervangen in Ierland, hoe hard ik ook probeer. The Irish Times weekendbijlage & van dat instant koffiegruis is toch niet helemaal hetzelfde. Misschien, heel misschien, ligt het er ook aan dat mijn ouders er niet bij zijn.

2. Grachten en Amsterdamse huisjes
Hoewel er in Dublin heus wel ‘grachten’ zijn en je er ook enkele ‘Dutch style’ huizen kunt vinden, komt er soms een waasje over mijn ogen en zie ik ineens een bebloemd binnenstedelijk straatje voor me, met links en rechts fietsen aan de straatlantaarns geketend en een bruin café op de hoek. Dit is een nostalgisch beeld, dus uiteraard is de straat brandschoon en zijn er geen toeristen te zien. Geloof het of niet, dit soort dagdromen doet me soms de tranen in de ogen springen. Toen ik in het vliegtuig van Edinburgh terug naar Dublin zat en een artikel over Amsterdam in het Aer Lingus magazine zag staan, scheelde het een haar of ik had een bivakmuts over mijn hoofd getrokken en de piloot bevolen om koers te zetten naar onze mooie hoofdstad. (Zulke plannen worden altijd verhinderd door een cruciaal element, in dit geval het ontbreken van een bikvakmuts in mijn handbagage.)

grachten
*pinkt traantje weg* (via gemeente.nu)

3. Bol.com
Dit is geen sluikreclame. Ik mis Bol heel erg en er is geen goed buitenlands alternatief voor. Soms zit ik uit nostalgie urenlang op de site rond te surfelen. Nu kwam ik er laatst achter dat Bol naar het buitenland verscheept! WAAROM WIST IK DIT NIET EERDER?

4. De Hema
We blijven nog even op de hebberige toer. Dit behoeft eigenlijk geen uitleg, want de Hema is gewoon fantastisch, van de rookworsten tot aan de sporthemdjes. Ik leg soms aan mensen hier uit dat er een winkel in Nederland bestaat waar je zowel snacktomaatjes als leuk ondergoed kan kopen, en dan worden ze gelijk enthousiast (of ze doen alsof, omdat ze wel inzien dat het geen zin heeft om tegen mijn madness in te gaan). Het allerergste is dat de Hema ook in Londen, Parijs, en België te vinden is, maar niet hier! Hallóóó Dublin, mee met de vaart der volkeren, ja!

 

Hema supermarket, Amsterdam
*pinkt nog een traantje weg*

5. Terrasjes
Zodra dit jaar de ‘zomer’ aanbrak miste ik het gelijk: de Nederlandse, en dan vooral Amsterdamse, terrasjes. Gewoon zo in je jurkje met een biertje en bitterballen (jaaaa, daar zijn ze toch nog) in het zonnetje zitten weetjewel, en dat er dan ineens een bekende langs komt fietsen en die komt er dan ook even bij zitten, gezelligheid! Beer gardens zijn niet hetzelfde, die zijn vaak druk en benauwd en je zit niet aan een gracht. Het enige echt fijne binnenstedelijke terras dat ik hier ken is dat van The Tram Café, maar daar schenken ze weer geen bier, de losers.

terras
*huilt nu openlijk* (via parool.nl)

6. De Nederlandse politiek
HA HA HA. Ik hoor jullie al lachen. Stiekem mis ik het toch echt, al dat gedoe en gemekker, de debatten op tv en de SUPERSPANNENDE live uitslag. Afgelopen verkiezingen was ik ongelukkig, want ten eerste kon ik niet stemmen (iets met een wazig brein en vergeten me op tijd in te schrijven) en ten tweede was het gewoon niet haalbaar om vanuit Ierland alles te volgen. Het heeft ondanks alles iets fijns, de Nederlandse politiek, iets knulligs en – logischerwijs – vertrouwelijks. Het is de enige politiek die ik begrijp; buitenlandse verkiezingen en partijen snap ik nooit helemaal. Ik val nu een beetje tussen wal en schip, want ik mis bijna alles wat er in de Nederlandse politiek gebeurt en de Ierse politiek krijg ik ook niet echt mee (afgezien van de demonstraties rondom Repeal the 8th en het feit dat het land nu voor het eerst een openly gay Taoiseach heeft).

klaverwilders
KOM IN MIJN ARMEN, JA ALLEBEI (via ad.nl)

7. De Nederlandse tv
De Ierse tv bestaat uit spelshows, uitermate saai nieuws dat naar mijn gevoel elk uur herhaald wordt, Amerikaanse actiefilms, een nog enigszins te pruimen misdaadserie, en herhalingen van Father Ted. Netflix is hier je beste vriend. Af en toe kan ik verschrikkelijk verlangen naar onze publieke omroep, naar meer diepgaande programma’s zoals Tegenlicht of de Keuringdienst van Waarde, maar ook naar al die duizenden talkshows, afkraak/humorshows en cabaretvoorstellingen die op ons beeldscherm langs flitsen. Ondanks dat tv er eigenlijk weinig meer toe doet tegenwoordig (oma vertelt), heeft het – triest genoeg misschien – erg veel invloed op je (nationale) identiteit. Vroeger om 9 uur ’s ochtends Villa Achterwerk kijken, elke zomerse zondag Zomergasten – dat blijft toch hangen. En nee, het is niet hetzelfde om het in je eentje via internet te bekijken, hoewel ik eerlijk moet zeggen dat Arjen Lubach mijn heimwee afgelopen jaar vaak heeft gesust.

villaachterwerk
*emo-vreet een pak vol roze koeken* ROZE KOEKEN BESTAAN HIER TROUWENS (via vance.nl)

8. Directheid (of onbeschaafdheid?)
Ieren zijn leuk – maar ze zijn soms overdreven polite en indirect. Ik mis de Nederlandse botheid vaak, hoewel ik me er ook verschrikkelijk aan kan storen. Vooral de openheid in Amsterdam, het feit dat niemand je gek aankijkt en alles kan en alles gebeurt, mis ik erg (hoe lang zal het nog duren?). Gek genoeg lijkt het altijd net of mensen in Nederland onaardiger zijn geworden wanneer ik weer langskom, maar misschien begin ik wel te wennen aan beschaafdheid en nette omgangsvormen… ieuw, bah.

9. Pretparken
Okee, Ierland heeft prachtige oude kastelen, wilde natuur en lieve ezeltjes, maar het heeft slechts één pretpark en daar kan je natuurlijk niet van leven (zelfs al kun je er de grootste houten achtbaan van Europa vinden). Geef mij de Efteling, Walibi, of één van de talloze dierentuinen en museum-experiences die ons land rijk is, alsjeblieft! Ja, ik weet ook wel dat Nederland één groot pretpark is en dat dat slecht is en zo, en dat dierentuinen ook niet je van het zijn, MAAR IK WENS GEËNTERTAIND TE WORDEN. (Nee, ga weg, fiddle-speler, IK WIL EEN ACHTBAAN.)

hollebollegijs
Neem me mee terug, Holle Bolle Gijs (via fijnuit.nl)

10. Normale fietspaden
Waar je niet continu door een bus of taxi vanaf wordt gedrukt. (Ik heb sinds twee maanden een fiets hier en ben al bijna drie keer overleden.)

cyclelane
Totaal niet gevaarlijk natuurlijk, gewoon doorfietsen met de Ierse slag (via irishcycle.com)

11. Van die wandel- en fietstochten die iedereen dan op zondag gaat doen
Die bestaan hier ook wel – de hele stad stroomt naar Bray of Howth in het weekend om daar langs de kliffen te gaan wandelen – maar die ANWB- of NS-routekaartjes, die Natuurmonumenten-bezoekerscentra, die typisch Nederlandse heide en venen en dat je dan honderden mensen tegenkomt op een afstand van vijf kilometer…dát ja, dat mis ik.

vennenwandeling
DEZE ROUTE HEET DE VENNENWANDELING, IK KAN HET NIET AAN (via natuurmonumenten.nl)

12. De superfoute teksten op Albert Heijn-producten
Uniek.

soesjes
“Soesjes met slagroom onder een flinterdun laagje sneeuw”. *full emotional breakdown*