Zijn jullie er allemaal nog, twee maanden later? Goed zo – inmiddels moeten jullie wel weten dat ik af en toe ingehaald word door het leven, en helemaal vergeet te schrijven (mijn manier om te zeggen dat ik enorm lui ben geweest, de afgelopen tijd). De zomer heeft me prettig lamgelegd, zoals het hoort. Ik was ouderwets op familievakantie, in een zuidelijk land (Frankrijk), in een idyllische omgeving (een wijn-château), met weinig omhanden, en alsnog kon ik geen tijd vrijmaken voor een armzalig blogje. Inmiddels loopt de zomer op zijn eind, en is de realiteit weer flink binnengekomen, al probeer ik haar soms op afstand te houden door te mijmeren over Halloween, en te genieten van de Ierse herfst. Ik ben natuurlijk sowieso een enorme dramatische zeikstraal, dus elke ietwat vervelende Gebeurtenis, groot of klein, zorgt ervoor dat ik me snikkend en vloekend ter aarde werp, de haren uit mijn hoofd trek, en schreeuw dat het Nooit Meer Goed Zal Komen. Uiteindelijk valt het natuurlijk allemaal mee.
Het echte leven kwam op drie manieren binnen:
- Ik moet mijn huis uit. Mijn huisbaas belde E. en mij op, net op het moment dat we verdwaasd en enigszins verloren de bioscoop uit kwamen na het zien van Midsommar. Echt adequaat reageren konden we daarom niet; pas later kwam het binnen. Ons half uit elkaar vallende huisje wordt verkocht – al heb ik geen idee wie het zou willen hebben, schimmel en al – en opeens staat mijn gezapige, rustige wereldje weer op zijn kop. Dat was ook wel weer eens nodig, vind ik. Gelukkig zijn onze huisbazen net zulke uitstellers als ik, en hebben ze een maand later nog niet eens een advertentie in elkaar geflanst. Vandaar dat ik niet zo serieus aan het zoeken ben, al krijg ik soms wel eens een berichtje binnen. Godzijdank kan ik volgend jaar hopelijk bij Favoriete Ier gaan wonen, want de Dublinse huizenmarkt is afgrijselijk. Dat onderwerp is een eigen blog waardig, dus ik zal jullie er nu niet mee lastigvallen.
- Ik wil een nieuwe baan. Afgelopen maand heb ik in een opwelling gereageerd op een vacature in het archeologiemuseum, en ik ben er een paar weken geleden achter gekomen dat ik het niet ben geworden. Deze actie heeft me echter doen inzien dat ik weg wil bij het bedrijf waar ik nu werk; misschien voor altijd, misschien voor even. Het kan allemaal – dat is het fijne aan archeologie. Ik heb behoefte aan een nieuw avontuur, en ik weet niet goed of dat avontuur “een vaste baan met pensioen” gaat worden of “een vrijheid-blijheid-baantje”, al neig ik ernaar om de twee te combineren. Ik hou mijn ogen open voor werk in de publieke sector, musea en dergelijke, maar mijn plan voor het komende jaar is om flink te gaan sparen tot eind januari, enkele maanden vrij te nemen om me geheel te richten op ’t schrijven van een boek, dan ergens anders te werken, en wellicht te sparen voor een werkreis naar Peru. Ik vind het nu al best spannend – het lijkt me allemaal geweldig om te doen, en tegelijkertijd heel eng.
- Mijn steun en toeverlaat in Dublin woont sinds vorige week in Duitsland: huisgenootje/collega E. is naar München verhuisd, het geld, de liefde, en de archeologie achterna. Misschien dat de waarzegster haar toekomst gelezen heeft, in plaats van de mijne? (Een andere collega is onlangs naar Egypte vertrokken, dus wellicht had de wolvenmoeder toch iets gezien, al is haar zicht kennelijk niet echt heel helder.) Het is in ieder geval een vreemd idee dat E. niet zomaar meer binnen zal komen lopen om met glitter te strooien en overal eenhoornspullen achter te laten. Gelukkig is ze niet zo goed in inpakken, dus er liggen nog overal dingetjes van haar die ze over een paar weken op komt halen. Haar vertrek maakte mij wel duidelijk dat ik zelf absoluut niet uit Dubje weg wil; vlak na E.’s afscheidsdrankjes liep ik door de stad, en kreeg ik er tranen van in mijn ogen eraan te denken hoe het zou zijn als ik me in haar positie bevond. Natuurlijk ben ik erg blij voor haar, en het is de perfecte beslissing, maar ik zou het zelf niet kunnen doen. Ik ben teveel aan Dublin gehecht, inmiddels.
Oh, Dublin! Het begint weer herfst te worden, en de stad is op zijn gezelligst tijdens de laatste maanden van het jaar. Omdat ik zo van de stad houd, wil ik deze maand graag meer tips met jullie delen: dit is de gids voor koffie en boeken. Het lijkt een willekeurige combinatie, maar tegenwoordig zijn er zo veel café’s met boekwinkels (of andersom? Hmm…) dat het in mijn ogen vrij natuurlijk samen gaat. Toen ik een lijstje maakte van mijn favoriete plekken, merkte ik dat er veel combi’s tussen stonden, en daarom heb ik besloten het samen te voegen. Mocht er onverhoopt een café-loos winkeltje tussen staan, dan heb ik genoeg tips om je snel aan cafeïne te helpen voor een tweede koopronde, en/of een plek te vinden waar je je pasgekochte boeken kan lezen.
DE BOEK- EN KOFFIEROUTE VAN FEM.
KLIK OP DE PLAATJES OM NAAR DE WEBSITES VAN DE WINKELS TE GAAN!
Het is een herfstige zaterdag. Je bent net wakker geworden, rekt je uit. Een lichte regen, drizzle, tikt tegen de ruiten. Eigenlijk heb je geen zin om naar buiten te gaan, maar je had jezelf beloofd om een nieuw boek op de kop te tikken: tenslotte heb je alles gelezen wat er in je boekenkast staat. (NB: HAHA! Hieraan kun je zien dat dit verhaal een sprookje is.) Je hult je in drie lagen kleding, en vindt – godzijdank – een regenjas in de stapel kleren op de grond. Snel ren je de trap af.
Zodra je buiten bent, waait de geur van turfvuur en koffie je tegemoet. De lucht is blauw, maar bewolkt – het is fris en zonnig tegelijk, crisp, zoals de Ieren zeggen. Je trekt je capuchon over je hoofd en steekt de straat over, naar je eerste bestemming. Een belletje weerklinkt door de winkel als je de deur opendoet, en de verkoopster kijkt op van haar boek.
The Company of Books (Ranelagh)
Dit winkeltje ligt recht tegenover het huis van Favoriete Ier, dus ik heb er vele zaterdagochtenden gespendeerd. Het is niet zo groot, maar dat is juist wel leuk: de collectie is met zorg uitgezocht, en bestaat zowel uit mooie uitgaven van klassiekers als goede ‘contemporary lit’. Ondanks de grootte hebben ze het zelfs voor elkaar gekregen een geschiedenis/non-fictie-afdelinkje in elkaar te flansen! Ze verkopen ook prachtige kinderboeken, dus als je op zoek bent naar een kadootje (voor jezelf?) zit je hier goed. De verkopers zijn behulpzaam, maar niet overdreven in your face: als je binnenloopt zitten ze meestal hun krantje of boek te lezen, met een kopje koffie erbij, en dat maakt me erg vrolijk.
Wat een prachtige aankoop heb je gedaan! Je bent helemaal warm van binnen. Dublin is eveneens opgewarmd, en opgedroogd, en je doet met een zucht je regenjas uit. Ranelagh wordt langzaam wakker na de vrijdagnacht: katerige Ieren komen de deur uit op zoek naar een vet ontbijt, en de geur van koffie is nu zo sterk dat je ‘m bijna kunt proeven. Tijd voor een pitstop bij Nick’s Coffee, waar je in het pas doorgebroken zonnetje kunt zitten. De rij is nog niet zo lang, en de vrolijke Braziliaanse barista’s flirten met je: de zaterdag kan niet meer stuk.
Na de beste flat white van heel Dublin te hebben gedronken, besef je dat je nog lang niet klaar bent met je book haul. Je steekt door naar Rathmines, langs het Victoriaanse spookhuis en het parkje waar een groepje kinderen hurling aan het spelen is, en besluit je geluk te beproeven bij Alan Hanna.
Alan Hanna’s Bookshop & Bark Cafe (Rathmines)
Een enigszins rommelig, maar gezellig winkeltje. Ze zeggen zich te specialiseren in Ierse literatuur en geschiedenis, hoewel ik dat niet per se terug zie: veel Ierse boekwinkels hebben een afdeling ‘eigen boeken’, dus het valt niet zo op. Wel hebben ze een hoek vol klassiekers, en hun scifi/fantasy-afdeling is, hoewel klein, altijd goed voor bijzondere vondsten. De sfeer in de winkel is relaxed, zeker ook omdat er een cafeetje aan vast zit: het heeft iets heel prettigs om koffie-geluiden te horen terwijl je aan het rondneuzen bent.
*Alternatief, als je ontbijt wil: ga naar Stella’s Diner aan de overkant, waar je op typisch Amerikaanse wijze enorme, vette brunches naar binnen kunt werken, en je ongelimiteerd je koffie kunt laten bijschenken.
Je wandelt de winkel uit en struikelt gelijk de volgende binnen.
Oxfam Books (Rathmines)
Een van de betere goedkope tweedehands boekwinkels in de stad; de ander komt later nog aan bod. Eerst zat het in charity shop waar je ook kleding en dergelijke kon kopen, maar inmiddels zijn ze verhuisd naar hun eigen pand. Ik heb het idee dat het in Ierland heel normaal is boeken weg te geven zodra je ze uit hebt, en je vindt vaak geweldige tweedehands vondsten voor niet meer dan 4 of 5 euro per boek, en soms zelfs minder. Dit winkeltje heeft iets magisch voor mij, want elke keer als ik op zoek ben naar iets specifieks, vind ik het daar. Onlangs heb ik er een splinternieuwe hardcover van The Cabaret of Plants (over botanie – ja, ik ben een nerd) op de kop getikt, en een eerste uitgave van The Glass Blowers van Daphne Du Maurier, in prachtige sixties-stijl. Kortom, het is het zeker waard dit winkeltje binnen te lopen.
Je tas is een stuk zwaarder nu, en je neemt even pauze om je sweater uit te trekken – de zon is inmiddels echt doorgebroken, en je zweet je een ongeluk. De straat is volgestroomd met dagjesmensen en gezinnetjes met kinderen. Je negeert de andere charity shops en de felle kleuren die je tegemoet schreeuwen vanuit de etalage van de Flying Tiger, en zet er flink de pas in: je pauzeert alleen even als je het kanaal oversteekt richting Portobello. Dit gedeelte van de stad maakt je altijd een beetje melancholisch. De zwartwitte sluisjes en bruggetjes, de bomen langs het water – als je je ogen tot spleetjes knijpt, lijkt het net of je naar de grachten van je thuishaven staart.
Bij Wall & Keogh duurt het eeuwen voor je eruit bent welke thee je wilt – ze hebben ook zoveel keus! Ga je voor Put the Cat Out of voor Granny’s Country Garden? Of wil je toch een bijzondere, Peruviaanse koffie? Gelukkig vinden de verkopers het prima als je de bakken thee opendoet om te ruiken wat je het lekkerst lijkt. Als je eenmaal hebt besteld, laat je je met een zucht op het bankje in de tuin zakken, en blader je door je nieuwe vondsten.
Binnen de twee seconden die het duurt om van de tuin door het theezaakje naar buiten te lopen, is het plotseling hard gaan regenen. Je hult je gauw in je regenjas en rent naar de volgende winkel. De regen stopt net zo abrupt als ze begonnen was zodra je de deur achter je dichttrekt.
The Last Bookshop & Cake Cafe (Camden Street)
Een tweedehands boekwinkel zoals hij hoort te zijn: stapels oude boeken, met die typische oude-boeken-geur, staan voor je klaar om doorheen te neuzen. De eigenaar (met hond!) is er bijna altijd zelf, en heeft veel kennis over wat hij verkoopt. Hoewel hij bijzondere uitgaves heeft liggen, heeft hij ook een heel gedeelte vol goedkopere tweedehands literatuur, en een grote verzameling aan oude Penguin-pockets. Die boekjes zijn geweldig, want de Nokia’s onder de paperbacks: ze zijn onverwoestbaar. In deze winkel kun je ook de ontzettend leuke literaire kaarten kopen, die ik op nog geen enkele andere plek ben tegengekomen.
Nog beter: er is een cafeetje in de achtertuin, dat je met recht quirky kan noemen: je komt er via een tunnel van bosschage, er zijn kleurrijke meubels, en zithoekjes die allemaal op hun eigen manier zijn gedecoreerd door kunstenaars (voorbeeld: een muur volgeplakt met oude platen). Zoals de naam al aangeeft, kun je hier de lekkerste cakejes en muffins krijgen. De perfecte leesplek!
Volgestouwd met taart loop je verder door Portobello en over Camden en Aungier Street, de meest Londen-achtige buurt van Dublin. Links en rechts zie je coole barretjes, tweedehands winkels en hipsterige koffieplekken, gemixt met Victoriaanse pubs en oude Georgian huizen. Er zijn zelfs een paar Dutch Billies te zien, 17e eeuwse gebouwen in de stijl van Nederlandse grachtenpanden.
Geheel in de hipster-sfeer besluit je ofwel naar The Bald Barista te gaan – waar de beste koffie van Dublin wordt gemaakt door een intimiderend uitziende, maar ontzettend aardige Australier – ofwel naar de Accents Lounge, een lgbt-friendly plek waar een mix van stijlvolle kunstzinnige types, intellectuele lezers, en blij verraste toeristen tot ’s avonds laat rondhangt. Het is inmiddels weer bewolkt, dus het is niet al te erg om even binnen te zitten.
Nu bevind je je in het hart van de Dublinse boekenscene, en het wordt lastig om te bedenken waar je het eerst heen zal gaan. Je stippelt de beste route uit, die je eerst door de overdekte Victoriaanse markt – George’s Arcade – voert. Je wordt al snel afgeleid door de cadeauwinkels, rockabilly-kledingwinkel, burrito-shop en de platenzaak, maar het lukt je je aandacht te blijven richten op de reden dat je hier gekomen bent: boeken.
Stokes Books (George’s Arcade)
Een van de kraampjes en ingebouwde winkels in George’s Arcade. Het voelt of je hier teruggaat in de tijd: dit is het adres voor jou als je van echte antieke boekwerken houdt, en/of gek bent op doorstoppers over Ierse geschiedenis. Als je budget het niet toelaat om een honderdvijftig jaar oud boek aan te schaffen, kun je ook je hart ophalen aan de collectie tweedehands paperbacks in het buitengedeelte.
*Tip voor platenliefhebbers: breng een bezoek aan Spindizzy (nu ik het opschrijf, bedenk ik me pas dat de naam wel erg op die van een bekende Ierse band lijkt!) of aan R.A.G.E/The Record Spot, waar je ook vintage games kunt krijgen.
Als je de Arcade uitkomt, zie je tot je verbazing dat de straten nat zijn: de regen heeft het opnieuw eventjes gewonnen. Je trekt je blouse aan, want het is ineens fris. Godzijdank had je nog wat extra laagjes meegenomen. Een halfslachtige regenboog piept door de wolken heen, en verdwijnt zodra de zon opnieuw doorbreekt. Nu kan je blouse weer uit, en het is tijd voor een verfrissende snack voor je de volgende winkel binnengaat: een Dingle-ijsje met broodsmaak (!) of een Franse pastry van Le Petit Parisien gaat er altijd in.
The Secret Book and Record Store (Wicklow Street)
Een verborgen winkel, zoals de naam al aangeeft: je moet een lange, stille gang door voor je er eindelijk terechtkomt, en wordt dan plots overweldigd door de geur van boeken en de muziekkeus du jour van de verkoper. Persoonlijk vind ik dit een van de mindere boeken-adresjes van Dublin, hoewel de horror-collectie niet te versmaden is, en ik de combinatie boeken & platen een meesterzet vind. Ze verkopen weinig bijzonders, maar hun collectie is niet slecht, en het is een van de weinige plekken in Dublin waar je ramsj kunt krijgen.
Het wordt tijd om je tussen het winkelende publiek te begeven, en de zaterdagdrukte van Grafton Street in te duiken. Hoewel mensen continu voor je voeten lopen en zonder reden midden op het pad stil blijven staan, lukt het je om kalm te blijven. De buskers om je heen helpen: een jong meisje zingt een liedje van Ed Sheeran, dat je normaal gesproken haat, maar op je op dit moment diep raakt. Verderop haalt iemand acrobatische toeren uit, begeleid door harde technomuziek. Dat gaat te ver.
Je ontsnapt aan de drukte door Bewley’s binnen te gaan, en loopt over de statige trappen naar de hoogste verdieping, waar je je in een hoekje naast het raam nestelt, en van boven op de winkelende gekken neerkijkt. Je voelt je erg verfijd, wetend dat de grootheden van de Ierse literatuur hier ook vaak hun koffietje dronken, of er een bezoek brachten aan het café-theater.
Dubray (Grafton Street)
Dubray bevindt iets verderop Grafton Street, niet ver van Bewley’s. Hoewel het een keten is, is dit de enige afdeling in ’t centrum van Dublin, en het heeft genoeg te bieden. Ben je op zoek boeken die vers van de pers komen, dan moet je hier zijn. Ze hebben, zoals alle Ierse boekwinkels, een goede afdeling Ierse literatuur en interest, voor de geinteresseerden onder jullie. Verder ben ik altijd blij met hun non-fictie-collectie, want hier scoor ik vaak de nieuwste boeken over bomen en vogels en zo (het tweede nerd-alert van deze dag). Op de eerste verdieping vind je een hoekje met kaarten en kantoorartikelen, waar je rustig kunt zitten, en er is ook een cafeetje dat je minstens zo’n goed uitzicht geeft over Grafton Street als de zitjes in Bewley’s.
Ulysses Books (Duke Street)
Ulysses ligt in een van de zijstraatjes tussen Grafton Street en Dawson Street. Net als Stokes Books is dit een antiquair, dus verwacht vooral dat je hier veel aan kijken, kijken, niet kopen moet doen. Maar oh! wat is er veel te zien! Ze laten er zich op voorstaan dat hun koopwaar zeldzaam is, en je kunt je vergapen aan eerste edities en bijzondere uitgaven van Dracula, Ulysses (what’s in a name?), en vele andere bekende Ierse literaire werken. Het beste van deze winkel is natuurlijk dat-ie naar een boek van James Joyce is vernoemd, daar kan niemand anders tegenop.
Je steekt door naar Dawson Street, in een van de meest dure buurten van de stad. Hier, en rondom St Stephen’s Green, heeft de Georgian Society goed zijn best gedaan: de oude huizen zijn in prachtige staat. Rondom dit gedeelte van Dublin vind je de meeste overheidsgebouwen, en de nationale musea; veel bijzondere clubs en ‘colleges’ zijn hier eveneens gevestigd.
Je kunt in fancy sferen blijven, en neerzijgen op het Italiaanse terras van Carluccio, of je nog dieper in boekensferen hullen door een bezoek te brengen aan leescafe Bestseller. Het is hier prettig mensen kijken, al steekt de wind plotseling op, en moet je je jas weer tevoorschijn halen. Het wordt tijd om te schuilen in een andere boekwinkel.
Hodges & Figgis (Dawson Street)
Verderop in Dawson Street ligt de Ierse Waterstones, een winkel waar ik vaak te vinden ben. Drie verdiepingen nieuwe, verse boeken, plus een allegaartje aan boek-gerelateerde kadootjes en kaarten. De mensen die er werken zijn behulpzaam, en net als in alle andere Waterstones-achtige winkels hangen overal briefjes met boekentips en aanraders van de verkopers. De winkel organiseert thema-avonden, boekpromoties en lezingen. Kortom, het is hier goed vertoeven, en dan heb ik het nog niet eens gehad over het mooie, oude gebouw zelf. Je moet er echter niet vanuit gaan dat je hier iets echt bijzonders vindt, want het is en blijft onderdeel van een keten.
*Aan de overkant vind je de fijnste platenzaak van Dublin, Tower Records, die ik vaak bezoek in combinatie met Hodges & Figgis. De ideale zaterdag-besteding.
Realistisch gezien is het inmiddels midden in de nacht, maar je gaat gewoon op dezelfde sprookjesachtige voet door, en doet alsof het een eeuwigdurende zaterdag is. Ook heeft cafeïne weinig effect op je, behalve dan dat het je extra energie geeft (denk aan een restoring drankje uit een computerspel), dus je kunt de lange route nemen naar je volgende bestemming.
Je maakt omweg langs Trinity College en door het museum-district, met meer statige Georgian huizen, en zet je neder op het terrasje van Il Caffe di Napoli. Het is opeens ontzettend warm, dus je kunt eindelijk je armen ontbloten: hup, weg met je vest en blouse. De Italiaanse serveerster neemt je bestelling op in haar charmante accent, en geeft je een klein kopje koffie, zoals het hoort. Om je heen racen mensen naar het station om hun trein te halen, maar jij kan lekker door je boeken bladeren. Ben je soms in Italië? Het lijkt er wel op.
Je wandelt langs het treinstation, blij dat je nergens naartoe hoeft, en buigt af richting de Liffey.
Books Upstairs & cafe (D’Olier Street)
Deze winkel staat zeker in mijn Dublinse top drie. Vroeger, lang geleden, toen ik voor het eerst naar Dublin ging, was het gevestigd in een oud gebouwtje met een wenteltrap – vandaar de naam. Helaas is dat pand overgenomen door een Spar, en is er niets meer over van de ouderwetse grandeur. Gelukkig is hun nieuwe vestiging, vlak om de hoek, eveneens vrij pittoresk, vooral als je de trap (toch nog upstairs!) op gaat naar het cafeetje.
Het is duidelijk dat de boeken hier met zorg zijn uitgezocht – er wordt vooral veel aandacht besteed aan Ierse literatuur en non-fictie, met veel nadruk op ‘buzz’-onderwerpen zoals artificial intelligence, feminisme, en wat dies meer zij, maar er is ook een uitgebreide afdeling poëzie en toneel. In de kelder vind je de uitverkoop, en met wat geluk scoor je er een hoop geweldige boeken voor weinig geld. Eens in de zoveel tijd worden alle ramsj-boeken voor drie euro ’t stuk verkocht, dus hou dat in de gaten.
Bovenin vind je het fijnste literaire café van heel de stad. Je kunt er in het erkertje gaan zitten en over de stad uitkijken – ik voel me altijd net een hoofdpersoon uit een Victoriaanse roman als ik dat doe, nippend van mijn thee. Ze hebben er liever niet dat je er met je laptop gaat zitten: deze plek is bedoeld voor goede gesprekken of het lezen van een goed boek. Soms houden ze er lezingen of literaire avonden (waarvan ik er eentje heb bezocht: zie Dub-Update: Bomen & bladeren).
Vol energie laat je je meevoeren in de drukte van D’Olier naar O’Connell Street. Het is een van die mooie, zonnige namiddagen die je vaker in Dublin ziet: een stuk warmer dan het de rest van de dag was. Als een echte local steek je de Quays en de Liffey over zonder echt op het verkeer te letten. Je slalomt over de straat, ontwijkt de toeristen en de mannen en vrouwen die je om geld vragen. Als je langs de Spire loopt kun je het niet laten om even omhoog te staren: een echt mooi monument is het niet, maar het blijft imposant. Hoewel dit een rommelig gedeelte van Dublin is, heeft men hier geschiedenis geschreven: het General Post Office, verderop, was een van de belangrijkste plekken die bezet werden tijdens de Paasopstand. De Ieren laten geen kans voorbijgaan om je op hun onafhankelijkheidsstrijd te wijzen, en het jaartal 1916 wordt diep in je geheugen geplant zodra je over deze straat wandelt.
Vlak naast het postkantoor vind je het flagship store van de Ierse boekwinkelketen Easons, waar je snel even doorheen loopt op zoek naar koopjes en tijdschriften. Dan, echter, wordt het tijd voor het piece de resistance van deze boekendag.
Chapters (Parnell Street)
Zoals ze zelf zeggen, de grootste onafhankelijke boekwinkel van Ierland. Je kunt hier verdwalen. Ik ben er minstens – minstens! – elke twee weken te vinden, al is het maar om rond te lopen en die heerlijke boekengeur op te snuiven. Beneden vind je nieuwe boeken, waar je soms niet meer dan 5 euro voor betaalt: het is een gevaarlijke plek voor bibliofielen en boekverslinders. Op de bovenverdieping wordt tweedehands spul verkocht, en kun je je eigen oude boeken kwijt – ofwel voor store credit (weer gevaarlijk!) ofwel voor echt geld. Jullie kunnen wel raden waar ik meestal voor kies… Als je slechts tijd hebt om een enkele boekwinkel te verkennen tijdens je bezoek aan Ierland, kies dan deze. Wees niet bang dat je deze tip snel zal vergeten – iedereen die bij mij langskomt wordt hier naartoe gesleept, of-ie het nu wil of niet.
De zon heeft zich weer achter de wolken verschanst, en het gefilterde licht geeft alles een gouden randje. Wat is Dublin toch mooi, denk je, en je hart barst bijna uiteen van liefde voor de stad. Je voelt je relaxed, al kun je je bijna niet verder bewegen na je bezoek aan Chapters. Had je maar een chauffeur of butler bij de hand!
Je steekt de drukke winkelstraat over en steekt dwars door naar het pleintje met de grafstenen – over hoeveel dode mensen loop ik nu?, is de morbide gedachte die door je hoofd speelt. Vlak naast het volgebouwde grafveld staat een oud trammetje – jazzmuziek drijft op de wind jouw kant op. Tijd voor een pitstop bij The Tram Cafe: wie weet pik je nog wat live muziek mee.
The Winding Stair & cafeetje (Ormond Quay)
Dit is een mini-winkeltje langs de Liffey, waar je zowel bijzondere tweedehands boeken als een kleine selectie nieuwere uitgaves vindt. Ze verkopen er ook merchandise (tasjes! posters!) en hebben een mini-cafeetje (een tafeltje met twee stoelen), waar je rustig plaats kan nemen om door je eventuele aankopen te bladeren. De etalage is altijd goed ingericht en – al vind ik het verschrikkelijk dat ik dit uit mijn toetsenstrot kan krijgen – erg Instagrammable. ’t Is alleen erg jammer dat de verkoopsters/eigenaressen niet zo aardig en nogal bruusk zijn, zeker als je gewend bent aan de vriendelijke praatjesmakerij van andere Ierse winkelmedewerkers.
Mocht je geld te besteden hebben: The Winding Stair heeft ook een restaurant, waar ik eens de heerlijkste soep ooit heb gegeten. Dat was op dat moment het enige wat ik kon betalen, en ik legde ook nog eens mijn poot op de stoel tegenover mij omdat mijn teen gebroken was, dus ik denk dat ze niet zo blij waren met mijn klandizie als ik was met mijn soepje.
Je nadert het einde van je boekendag. De Quays zijn gevuld met dagjesmensen, en je steekt over om de drukte te ontlopen en iets dichter bij het water te zijn. Het namiddag-licht speelt over de rivier. Je denkt erover na om een omweg te maken door Capel Street, vol tweedehands winkeltjes en hippe cafeetjes (zoals Brother Hubbard), of anders even neer te strijken bij Tea Garden, om een matcha thee te drinken, en je vermoeide voeten uit je schoenen te wurmen en rust te geven.
Het wordt tijd voor de laatste winkel van vandaag, wat je melancholisch maakt. Het is jammer dat je langs je oude werkplek moet lopen – onder geen beding zul je daar ooit nog naar binnen gaan, zelfs nu ze de naam hebben veranderd in The Music Cafe en elk weekend een podium bieden aan jazzmuziek. Je weet dat de boel in handen is van een eikel, en dus steek je resoluut over om je te laven aan tweedehands boeken.
Oxfam Books (Parliament Street, Temple Bar)
Aan de overkant van de Liffey, richting Dublin Castle, vind je mijn andere favoriete Oxfam charity-bookshop. Net als bij de winkel in Ranelagh zal het je verbazen hoeveel goede, bijzondere, en ongelezen boeken er hier te vinden zijn. Het is de perfecte plek om even rond te neuzen, want de verkopers laten je je gang gaan – iets wat ik altijd prettig vind aan charity shops, waar iedereen vrijwillig werkt. Hier vond ik onlangs het boek The Seabird’s Cry, over watervogels, en ik kijk er al weken naar uit om het te lezen – nerd alert drie van vandaag.
Het is bijna avond, en Temple Bar begint tot leven te komen. Een paar groepen halfdronken Engelsen, opgetuigd voor hen en stag parties, strompelen schreeuwend voorbij. Ierse fiedeldiedel-riedeltjes en drie verschillende versies van Molly Malone wurmen zich je oren binnen. Ondanks alles geniet je van de sfeer, want hoewel dit het Damrak van Dublin is, is het niet alles ellende wat de klok slaat. Tussen de drukke, lawaaiierige pubs vind een klein, verscholen theatertje, een fotogalerij, een filmhuis, een aantal boetiekjes, en een toffe tattoo-winkel.
Je loopt nog even langs The Gutter Bookshop, onder Femkes ook wel bekend als Dublins meest overgewaardeerde boekwinkel – het enige wat er leuk aan is is de naam, gebaseerd op een uitspraak van Oscar Wilde, maar ja, wat in Ierland is dat niet – en haast je dan om een plekje te bemachtigen in Queen of Tarts. De wind steekt weer op en twee of drie verdwaalde regendruppels waaien in je gezicht, dus je besluit binnen te zitten, en de grootste, zoetste cake uit te zoeken, die je op een kitscherig porseleinen bordje voorgeschoteld krijgt. Je slaakt een zucht van verlichting en kijkt naar de tien tassen vol boeken die je om je heen hebt staan: vandaag was een goede dag. Tijd om te lezen.
*PS. Zoals je ziet heb ik een BONUS-cafeetje – Third Space – op mijn route gezet, in de buurt waar ik vroeger woonde. Mocht er tijd over zijn, dan is het zeker waard hier nog even heen te lopen: het is de perfecte leesplek, zelfs als je geen boek bij de hand hebt, want ze hebben er hun eigen uitleen-boekenkast.