Drie jaar Dub, deel 1: Pubs

Drie jaar Dub, deel 1: Pubs

Mijn herinneringen aan Dublin zijn onlosmakelijk verbonden met de Ierse pubcultuur: zodra je in het land aankomt, valt er niet aan de kroegen te ontkomen. Je gaat naar de pub om de buurt te leren kennen, met je vrienden te babbelen, een feestje te geven, voor de regen te schuilen, het warme weer te vieren, roastbeef naar binnen te schuiven, uit te rusten na een dag werken, of naar muziek te luisteren. Er is bijna geen enkele omstandigheid die niet om een pub-bezoek vraagt. Het is dan ook niet vreemd dat mijn eerste paar maanden in Ierland zich voornamelijk in de kroeg afspeelden: tenslotte moest ik mensen leren kennen, en integreren en zo. Tegenwoordig hou ik me iets minder vaak op in “watering holes”, al betekent dat dat ik er alsnog minstens één keer per week te vinden ben.
Er wordt wel gezegd dat je Dublin niet kunt doorkruisen zonder een pub tegen te komen, maar die claim is inmiddels verworpen: tegenwoordig kun je een wandelroute lopen die je door de stad voert zonder ook maar één kroeg te zien. Gelukkig kun je na afloop de eerste de beste straat in slaan om je alsnog te laven aan een fijne pint.

INTERMEZZO:
Voordat we aan het zuipen slaan, wil ik het eerst even over een ander onderwerp hebben. Wees niet bang, ik zal jullie maar kort van de drank afhouden (of jullie levenslang alcoholisme bezorgen; dat valt nog te bezien), omdat me iets van het hart moet. Ik klink nu gelukkig weer vrolijk, en dat ben ik ook, maar ik heb me afgelopen twee weken weer door een paar trol-dagen moeten worstelen. Inmiddels ben ik er aan gewend, en is het zo erg niet meer, maar toch wil ik het er even over hebben. Gewoon, omdat het zo makkelijk is om een blije toon op te zetten in deze blog, en te doen alsof het leven altijd maar gezellig en leuk is. Dat geeft natuurlijk een vertekend beeld.

Ik heb er hier al kort over geschreven, maar ik word met zekere regelmaat overvallen door sombere buien en dagen vol niet-aflatende stress. Verschrikkelijk is het niet, al kan het soms erg vermoeiend zijn. Somberte en mindere dagen horen (voor mij) bij het leven, en veel mensen die ik ken hebben er last van, dus ik wil er graag even over praten, gewoon, omdat alles online altijd veel vrolijker lijkt dan in het echt.

Ik noem mijn sombere dagen trol-dagen omdat het voelt alsof ik een trol op mijn rug meesleep. Zodra ik wakker word, merk ik het: ik voel me zwaar, kan nauwelijks uit bed komen, omdat die sukkel op mijn rug is gaan zitten. Mijn hoofd voelt leeggezogen. De rest van de dag hangt het zware, stinkende wezen aan mijn nek, en blaast zijn smerige adem in mijn gezicht terwijl hij me continu allerlei gemene dingen toefluistert. Alles waar ik me afgelopen tijd lichtelijk zorgen over heb gemaakt, wordt door hem tot belachelijke proporties opgeblazen: “Dat pijntje in je kuit? Trombose. Dat pijntje, weet je wel? DAT PIJNTJE! Je gaat DOOD!” “Ha, ha, stel je voor dat je over 10 jaar nog steeds in een half-vervallen huurwoning woont en geen vast contract hebt, WAT KUT ZOU DAT ZIJN, ECHT KUT HE!” “Lol, je komt NOOIT MEER in Nederland, want dat is zo ver weg, er ligt een hele zee tussen, je zult je vrienden en familie NOOIT MEER zien!”. Hij houdt alles wat ik doe scherp in de gaten, en zodra het ook maar een beetje “maf” of “stom” kan overkomen, geeft-ie me een por, waardoor ik me (naar mijn idee) nog raarder ga gedragen. Alles waar ik van zou kunnen genieten (muziek, boeken, mooi uitzicht), wordt verpest door de stinkende trollenwalm. Ik kan me niet concentreren door zijn gewauwel. Al mijn kleine ergernissen, die ik normaal wel van me af kan zetten, worden door hem opgepikt en in mijn gezicht geschreeuwd tot ik er gek van word. Iemand smakt of luistert naar net iets te harde muziek, of, zoals vorige week: Baudet schrijft een rottig artikel? Laat het aan de trol over om het honderd keer erger te maken. Aan het einde van de dag voel ik me zo vies, boos, en ben ik zo (mentaal) uitgeput, dat ik bijna niets uit kan voeren. Soms is de trol de dag erna ineens verdwenen, soms blijft hij een tijdje rondhangen – er valt geen peil op te trekken, al zijn er wel methodes om zijn grip iets losser te maken, of hem (bijna) helemaal van me af te werpen.

Op dit moment ligt de sukkel weer te walmen in zijn vieze hutje, of waar hij zich dan ook ophoudt als-ie niet aan mijn schouders hangt, dus ik voel me rustig en content. Het is, kortom, tijd voor een drankje. Hier gaan we dan.
(NB: Ik bedoel er niets mee dat de trol een “hij” is, het was alleen makkelijker om op te schrijven; het wezen is eigenlijk meer een “het”, niet mannelijk en niet vrouwelijk. Misschien is het makkelijker om “hij” te zeggen omdat het dan verder van me af lijkt te staan. In feite ben ik natuurlijk ZELF de trol * mind blown *.)

FEMS PUBS
Dit is absoluut geen dwarsdoorsnede van Dublins pubcultuur, maar een overzichtje van de plekken die iets voor mij betekend hebben, of waar ik me vaak ophoud/ophield. Natuurlijk – natuuuurlijk! – heb ik veel meer kroegen dan ondergenoemde bezocht, maar het gaat om de plekken waar ik vaker terugkom of terugkwam.

Speciaalbier- en “coole” kroegen
Ik ben erg blij met de craft beer craze, want dat betekent dat ik elke week weer een andere stout of porter met een vreemde naam naar binnen kan werken, om hem vervolgens te raten op Untappd. (Nee, ik word niet betaald voor deze reclame, was het maar zo’n feest).
Hoewel Dublin redelijk veel verschillende soorten craft beer schenkt, heeft het vooralsnog geen Belgisch biercafé. Dat kan natuurlijk niet. Misschien dat ik in de toekomst mijn oude leven achter me laat en zo’n pub opzet. Al heb ik ook een plan om een “stout only”-kroeg te beginnen, die ik dan “The Stout Corner” zal noemen – leuk gniffelmomentje voor de Nederlandse toeristen.

Blackbird, Rathmines

blackbird.jpg
Het interieur. Via airbnb.ie

Adres: Het ligt iets buiten het centrum, maar het is een goede reden om naar Rathmines te gaan. (Dat gedeelte van Dublin zal wel vaker in mijn lijstjes opduiken komende tijd, want zowel Favoriete Ier als twee van mijn vrienden wonen er in de buurt, en ik heb er zelf ook een tijdje rondgehangen).
Waarom hierheen?: De pub is een creepy ingericht doolhof vol donkere gangetjes en gezellige hoekjes. Het is er hipster zonder al te vervelend te zijn – okee, de meubels zijn allemaal anders, de hele kroeg staat vol kaarsen en je kunt er retro-videospelletjes spelen, en dan heb ik het nog niet eens over de getatoeëerde barmensen en de selectie speciaalbieren gehad, maar op de één of andere manier past het hier. Er hangt een ietwat mysterieuze sfeer, en ik heb altijd het idee dat er zich sowieso een huisspook ophoudt. De plek heeft ook één van de weinige biertuinen van Dublin, en je kunt er pizza & pint-deals krijgen.
Goede herinnering?: Zomeravonden in de beer garden.
In de buurt: Een andere bijzondere kroeg, The Bowery, die ingericht is alsof je je in het ruim van een schip bevindt. Je krijgt gelijk de neiging om heel veel rum te gaan drinken en de horlepiep te dansen. Verderop heb je allemaal coole winkeltjes, cafeetjes en een jaren 20 cocktailbar/diner/bioscoop, die ik later allemaal zal bespreken.

The Mission Bar, Smithfield

missionbar.jpg
via smithfieldandstoneybatter.ie

Locatie: Langs de rivier, in een buurt waar de gentrificatie flink toegeslagen heeft, maar die nog altijd wel iets ouderwets heeft. Ik heb een halfjaar in Smithfield gewoond, en verlang er nog altijd naar terug.
Waarom hierheen: Het is er super-relaxed en nooit overvol. De eigenaar heeft een geweldige muzieksmaak (veel jazz, blues, rock) en brouwt zijn eigen stout. Oh, en hij spreekt an beetjah Nederlands.
Goede herinnering?: Dat de bar mijn local was en ik er bijna elke week te vinden was. Oh, en ik vierde er mijn verjaardag vorig jaar.
In de buurt: De “moeder” van de Mission Bar, de Dice Bar, hangout voor hippe mensen en vaak een stuk drukker. Ook Frank Ryan’s is fijn, meer een oude-rocker-kroeg, met natuurlijk de onmisbare pooltafel. Krijg je honger, dan kun je fancy fish ‘n’ chips eten (met wijn!) in het überhipsterig genaamde <><  (oftewel: fish shop)Verderop in Smithfield, op en rondom het plein, heb je een trad bar (The Cobblestone), een gave bioscoop (The Lighthouse), de Jameson-distilleerderij, en een pas geopende craft beer-pub waar ik komende tijd vaker heen hoop te gaan (Bonobo).

Underdog, Dame Street
Locatie: Smack-bang in het centrum van Dublin, aan de rand van Temple Bar (maar er gelukkig niet in). Het zit verscholen onder een andere pub – die je zeker niet moet bezoeken, want het is de meest morsige-mannetjes-kroeg waar ik ooit geweest ben. Je loopt een trappetje af en komt dan in de bierhemel terecht. Underdog is tevens het startpunt van mijn bier-route, die eindigt bij de Bernard Shaw (zie onder. Voor de gehele “lange toog”, lees mijn PS).
Waarom hierheen?: Hier worden de meest bijzondere bieren in Dublin geschonken, die je (bijna) nergens anders tegen zal komen – het is een craft beer pub pur sang, en er is zowat elke week weer iets nieuws op de tap. Soms hebben ze limited editions of speciaal voor hen gebrouwen bieren. De barmensen zijn heel aardig en altijd bereid je iets aan te raden of je te laten proeven. Het is letterlijk en figuurlijk een underground-bar, zo underground dat ik er niet eens een goede foto van kan vinden.
Goede herinneringen?: Ontelbare, want ik ben hier bijna continu.
In de buurt: Heel veel, waaronder een paar plekken die ik verderop zal bespreken. Erg dichtbij zijn Stag’s Head, een oude Victoriaanse kroeg (vol met toeristen, helaas) en natuurlijk The George (de oudste gaybar van Dublin).

The Big Romance, Parnell Street

bigromance.jpg
via totallydublin.ie

Locatie: Bovenaan O’Connell Street, in een buurt die vroeger niet bekend stond om zijn… opgeruimdheid, laten we maar zeggen. Het ziet er nog altijd een beetje ruig uit als je wat verder afdwaalt.
Waarom hierheen?: Het is pas net geopend en loopt nu al storm. Net als Underdog is dit bij uitstek een kroeg voor speciaalbieren. Het gaafste van deze kroeg is dat ze er platen draaien en verkopen.
In de buurt: De beste Aziatische restaurants van Dublin, want dit is het mini-mini-Chinatown van de stad. Probeer vooral de Koreaanse barbecue.

The Manhattan, Raheny (eerst minder pretentieus The Station House, en later The Cock and Bull geheten)
Locatie: Dit is mijn local nu, dus het is ver uit het centrum, in de buurt van Howth en de zee. Als je me op komt zoeken, is er een grote kans dat we hierheen gaan.
Waarom hierheen?: Voor de gezelligheid. De hele buurt verpoost zich hier, van jong tot oud, dus het is een goede plek om de Ierse local-pubcultuur in volle glorie te aanschouwen. Je kunt er lekkere pub grub eten en er is een beer garden, waar het voelt alsof je je ergens op het platteland bevindt.
Goede herinneringen: Alle fijne maaltijden die ik hier heb genoten, samen met vrienden of familie. De beste herinnering is dat ik er met gevaar voor eigen leven heen schuifelde tijdens de sneeuwstorm van 2018, en letterlijk iedereen uit de wijde omgeving zich er verschanst had. Guinness smaakte me nog nooit zo goed.
In de buurt: Niet veel. Mijn huis? Oh, en een oude ruïne.

Galway Bay-kroegen: The Brew Dock, The Beer Market, Alfie Byrne’s, Against the Grain, The Black Sheep, e.a.

brewdock.jpg
via thesharpe.com

Locatie: Op verschillende plekken in de stad. Het is het waard er minstens eentje te bezoeken.
Waarom hierheen?: Ze brouwen hun eigen bier en het is erg smakelijk – ik durf zelfs te zeggen dat hun stout beter is dan Guinness! Verder vind je ook hier allerlei vreemde speciaalbieren – ze zijn gek op de Noorse brouwerij Lervig, de reden dat ik er vaak te vinden ben. Naast lekker bier kun je er ook goed eten krijgen, voor niet al te veel geld.
Goede herinneringen: Oh, te veel om op te noemen. Ik heb hier ook het lekkerste bier ooit gedronken, EN het duurste (12,50 per glas).
In de buurt: In de buurt van The Brew Dock vind je Urban Brewing, eveneens een speciaalbierplek waar ze hun eigen bier brouwen. Je hebt daar ontzettend veel keuze (ze hebben een drankenkaart van zo’n 50 pagina’s lang), en je kan er bier kopen van 50 euro per glas, als je daar zin in hebt. De kroeg ligt wel vlakbij het zakendistrict, dus de clientèle loopt vaak rond te lallen in pak. Dat je het weet. Alfie Byrne’s is ook deels een zakenman-hangout, en ligt in de buurt van de National Concert Hall en de Sugar Club (de beste plek voor jazz!).

The Bernard Shaw, Richmond Street

bernardshaw.jpg
via lovindublin.com

Locatie: Aan het eind van mijn favoriete “lange toog”, die vanaf Underdog langs George’s Street helemaal hierheen loopt.
Waarom hierheen?: Voor sommigen zal dit een te moeilijkdoenerige plek zijn – de Bernard Shaw wil erg graag op een ouwe dive bar lijken, inclusief vervallen voorgevel en overal graffiti. Ik vind dat ze daar best in geslaagd zijn, en vind het er leuk. De kroeg heeft verschillende zaaltjes: je kan aan de bar hangen, er is een “kelder” met DJ, en een beer garden met een pizza-bus (!).
Goede herinneringen: Een tijdlang at ik hier bijna elke week pizza & pint met een vriendin, terwijl we diepe gesprekken hadden over het leven.
In de buurt: The Barge, een plek die vooral leuk is omdat je er in de zomer aan het water kan zitten. The Camden Exchange is eveneens een goede pub in de buurt – hier kwam ik recentelijk vrij regelmatig na ’t werk. Verder is er een street food market, genaam de Eatyard, waar je allerlei hip (lees: veel vega en vegan) voedsel kunt krijgen. 

Porterhouse: Temple Bar, Grafton Street

poterhouse.jpg
via irishtimes.com

Locatie: Iets toeristischer en centraler, wat je ook terugziet aan de bezoekers.
Waarom hierheen?: Het is er groot en toeristisch zonder vervelend te zijn, dus het is ideaal als je voor de eerste keer in Dublin bent. Je hebt er een enorme selectie aan bieren (waaronder een goede stout en porter – je merkt wel wat mijn lievelingsbiersoort is), en je kunt er lekker vet eten. Perfecte plek dus om de avond te beginnen.
In de buurt: Naast Porterhouse Central heb je de Dingle Whiskey Bar, een plek die elke whiskey-liefhebber zeker moet bezoeken. Het kleine kroegje is ingericht alsof je je in een whiskeyvat bevindt. Rondom Porterhouse Temple Bar heb je enorm veel keus aan (meer op toeristen gerichte) kroegen, waaronder de enige echte Temple Bar zelf. Vergeet vooral niet langs het New Theatre te lopen, een klein podiumpje verscholen achter een boekwinkel – ik zal hier in een latere blog uitgebreider over schrijven.

Cassidy’s, Westmoreland Street

cassidys.jpg
via totallydublin.ie

Locatie: Vrij in het centrum, net buiten Temple Bar en in de buurt van Trinity College.
Waarom hierheen?: Dit is een kroeg waar ik vaak kwam tijdens mijn eerste maanden in Dublin. Het is er vrij jong en een beetje alternatief; er wordt rocky muziek gedraaid, de muren zijn beschilderd, behangen met bandposters en be-graffiti’d (is dat een woord en hoe schrijf je het?), en je kunt er bordspelletjes spelen.
Goede herinneringen: Jenga-torens bouwen met een enorme groep Italianen.
In de buurt: Dit is super centraal, dus je kunt zo Temple Bar in rollen. Om de hoek heb je nog een andere brouwerij-bar, genaamd J.W. Sweetman. Die plek is best gezellig, met veel wegkruiphoekjes.

Oude(-mannen)-kroegen
Wat je in Nederland een bruine kroeg zou noemen. Ik ben dol op dit soort plekken, want je kan er gewoon een beetje rondhangen zonder dat het mensen uitmaakt wat je aan het doen bent; en het Ierse bier is er bijna altijd goed. Er was een tijd dat ik elke woensdag een nieuwe ouwe kroeg uittestte met twee collega’s, op onze zogenaamde One Pint Wednesdays, om te kijken waar men de beste Guinness schonk.
Fun fact: Oude kroegen hebben soms een zogenaamde snug, een kleiner barretje gescheiden van de “echte” pub. Dit was vroeger het gedeelte waar de vrouwen konden drinken, omdat ze (not so fun) niet welkom waren in het “mannengedeelte”, of hun reputatie op het spel zetten als ze er toch naar binnen gingen. Dit gedoe heeft tot in de jaren 60 geduurd, en op sommige plekken zelfs langer! Gelukkig word je nu niet meer gek aangestaard als je een pint Guinness bestelt als vrouw (hoewel sommige oude mannen je nog altijd vragen of je niet liever een half-pint wil), en kun je genieten van een knusse snug zonder dat het voelt of je in je bewegingsvrijheid beperkt wordt.

The Long Hall, George’s Street

longhall.jpg
via daileyedge.ie

Locatie: De tweede stop op mijn bier-route vanaf Underdog, in het uitgaanscentrum van Dublin. De lange toog begint hier pas goed: vanaf nu zul je een boel in ’t strak gestoken, dronken rondwaggelende meisjes en jongens zien, en zal er veel boem-boem-muziek op je af komen. Wees niet bevreesd, mijn route vermijdt alle vreselijke danskroegen. (Mocht je toch naar een vreselijke danskroeg willen, vraag me er dan naar, want al laat ik het hier niet merken, ik weet er genoeg vanaf.)
Waarom hierheen?: Het is een van Dublins oude Victoriaanse kroegen. Dat betekent: knusse hoekjes, veel zachte stoelen, een houten bar, en van die dikke ramen. Harde muziek zul je hier niet horen. Het is er altijd gezellig druk, en een typische oude-mannen-kroeg waar iedereen met iedereen in gesprek raakt. De naam van de pub verwijst naar de typisch 19e-eeuwse, langgerekte vorm van deze drankgelegenheid.
Goede herinnering: Dit is de plek waar mijn Engelse huisgenootje haar allereerste Ierse Guinness dronk. Geen enkele andere kroeg heeft die ervaring sindsdien overtroffen; naar mijn mening is de Guinness hier een van de beste, zo niet de beste van de stad.
In de buurt: Eveneens Stag’s Head, The George, en een boel goede restaurants en cafeetjes (mijn favoriete goedkope eet-hoekjes: Govinda’s, een vegetarisch restaurant, en Duck, waar je Hongkong-style eend kunt krijgen). Vlakbij is ook een kroegje dat ik onlangs heb ontdekt dankzij een end-of-site-party. Het heet de Black Market en ligt verscholen boven een restaurant. Heel knus! Mocht je willen, dan kun je vanaf hier verder afbuigen richting St Stephen’s Green, en bijvoorbeeld een Guinness drinken in een hotelbar (ik ben de naam vergeten), op zoek gaan naar de speakeasies en pop-ups die in deze buurt te vinden zijn, of cocktails drinken op het terras van Pyg.

The Swan Bar, Aungier Street

swanbae.jpg
via publin.ie

Locatie: Iets verderop langs de bier-route, bijna tegenover de plek waar ik een tijdje gewerkt heb.
Waarom hierheen?: Ook de Swan is Victoriaans, en omdat ik weinig toe kan voegen aan wat ik hierboven gezegd heb, zal ik vertellen dat er al sinds de 17e eeuw een drankhuis of inn gestaan heeft. Hopelijk trekt dat geschiedenis-nerds! Volgens de website is deze kroeg de meest authentieke van alle Victoriaanse pubs, maar helaas zeggen ze dat allemaal. De enige manier om uit te vinden wat er waar is van die claim, is om zelf alle authentieke kroegen te bezoeken.
Goede herinnering: Drankjes na het werk, en rondhangen bij de open haard tijdens koudere dagen.
In de buurt: Zie hierboven, bij The Long Hall – deze hele buurt zit vol kroegen en cafes.

Arthur’s Pub, Thomas Street

arthurs.jpg
via tripadvisor.ie

Locatie: In het oorspronkelijke middeleeuwse gedeelte van Dublin (helaas is daar weinig meer van te zien). Nu heet deze wijk The Liberties, wat lang een armoedige volksbuurt was, te vergelijken met de Jordaan in Amsterdam. Inmiddels is het wat gegentrificeerd.
Waarom hierheen?: Afgezien dat het er een enorme open haard heeft (ik heb een zwakke plek voor open haarden), heeft deze kroeg nog meer te bieden. Er is een jazz- en blues-podium, lekker eten, en de Guinness is schijnbaar de beste van de stad, omdat de pub zo dicht bij de brouwerij ligt. Ze hebben ook een menukaart waarop je over de geschiedenis van de buurt kan lezen, altijd leuk voor mijn mede-nerds.
Goede herinneringen?: Deze kroeg zal me voor altijd aan mijn eerste archeologie-baantje in Dublin doen denken, omdat we er aan het eind van de week vaak heen gingen. De site bevond zich 200 meter verderop. Nu staan er studentenhuizen.
In de buurt: De Liberties en omstreken stonden bekend om zijn brouwerijen en distilleerderijen, en die reputatie bouwt zich langzaam weer op. Zoals ik al zei ligt de Guinness Factory om de hoek, net als de jongste telg uit het Guinness-imperium (The Open Gate Brewery – zeker leuk om heen te gaan, maar je moet wel boeken). De Teelings distilleerderij is eveneens vlakbij. Een andere goede kroeg in de buurt is Fallon’s/The Capstan Bar, waar je zonder enige twijfel echte Dubliners tegen zal komen.

John Kavanagh’s “The Gravedigger’s”, Glasnevin

irishtimes.jpg
via irishtimes.com

Locatie: Naast de grootste begraafplaats van Dublin, Glasnevin Cemetery.
Waarom hierheen?: Het is een bijzondere plek, knus en klein, en het voelt of je er terug in de tijd stapt. Vroeger kwamen de gravediggers hier hun pintje drinken na het werk, vandaar de naam.
Goede herinneringen?: Dit is een plek waar Favoriete Ier en ik heen gingen toen we elkaar net kenden. Als dat geen goede herinnering is, dan weet ik het ook niet meer!
In de buurt: Glasnevin ligt buiten het centrum, maar er zijn ten minste twee goede redenen om toch deze kant op te zwerven: de begraafplaats (vol coole oude tombes!) en de National Botanic Gardens.

The Villager, Chapelizod

villager
via herald.ie

Locatie: In een door de stad opgeslokt dorpje bij Phoenix Park. Hier woonde ik de eerste twee maanden nadat ik aankwam in Dublin; vandaar dat deze kroeg wel op de lijst moet.
Waarom hierheen?: Het is het simpelweg waard om deze buurt te bezoeken, omdat het lijkt alsof je niet meer in de stad bent. Chapelizod ligt aan een smaller gedeelte van de Liffey, en het voelt er heel rustiek. The Villager is een echte local, de enige plek waar iedereen in de wijde omgeving heen kan om wat te gaan drinken voordat ze de stad in gaan, dus je vindt er een dwarsdoorsnede van de buurt. Het doet me denken aan dorpskroegen (die in Cashel, bijvoorbeeld, voor de lezers die mij daar bezocht hebben): de benedenverdieping is voor de ouderen, met een simpele bar, en de bovenverdieping is voor de jongeren, met cocktails en wat luidere muziek.
Goede herinneringen: Drinken met mijn huisgenoten, en Italiaans proberen te verstaan.
In de buurt: Behalve het park, niet veel. Verderop langs de rivier vind je Angler’s Rest, een platteland-achtige pub die goede seafood serveert.

Lord Edward Tavern, Wood Quay

lordedward.jpg
via dff.ie

Locatie: Eveneens in het oorspronkelijk middeleeuwse gedeelte van de stad, tegenover de Christ Church Cathedral.
Waarom hierheen?: Het is een relaxte plek, waar je simpelweg heen gaat om fijn te kletsen en een goed pint te drinken. Het is een typische archeologenkroeg, dus sta er niet verbaasd van als er een groepje met modder besmeurd, langharig tuig binnen komt sjokken. 😉 Oh, er waart trouwens ook een spook rond.
Goede herinneringen: Alweer – drankjes na het werk. Ik val in herhaling! Het is wel duidelijk hoezeer archeologen van zuipen houden, al helemaal als ze Iers zijn.
In de buurt: We zitten hier nog steeds in het centrum. Voel je je toeristisch, dan kun je vanaf hier makkelijk naar The Brazen Head gaan, dat de oudste pub van Dublin claimt te zijn, en eveneens zijn eigen huisspook heeft. Er is ook een goede restaurantkroeg in de buurt, de Bull and Castle.

Mulligan’s, Poolbeg Street

mulligans.jpg
via tripadvisor.ie

Locatie: In een zijstraatje vanaf het Tara-treinstation, vlakbij de Liffey.
Waarom hierheen?: Dit is de enige echte oudemannenkroeg van Dublin, heb ik het idee, hoewel iedereen er welkom is. Het is een ouderwetse pub zonder fratsen, zonder (harde) muziek om je van je gesprekken af te leiden; een plek met goede drank, en met van die gevatte Ierse barmannen. Elke keer dat ik er kwam, was het er super druk, zelfs op een doordeweekse avond.
Goede herinneringen: Simpelweg rondhangen met vrienden en kletsen tot laat in de avond.
In de buurt: De beste sushi-plek van Dublin, J2.

O’Donoghue’s, Merrion Row

donogues.jpg
via inter-bar.com

Locatie: Vlakbij Merrion Square en St Stephen’s Green, in het mooie Georgian gedeelte van de stad. Het is een bekende oude-kroeg-spot, dus er hangen hier vrij veel toeristen rond (vooral oudere Amerikanen, dus ga hier niet heen als je die wilt ontwijken).
Waarom hierheen?: Alweer voor die ouderwetse sfeer, met live muziek, een goed glas Guinness, en gezellige zithoekjes. Ik kan er niet meer van maken dan het is – dat is juist het fijne aan dit soort kroegen.
Goede herinneringen: Hier bracht ik tijdens het begin van mijn verblijf al mijn gasten en nieuwe vrienden naartoe. Ik moet weer eens teruggaan, denk ik.
In de buurt: Veel andere kleine kroegjes met traditionele muziek, en veel fancy restaurants, voor de liefhebber.

Gaffney’s, Fairview

gaffneys.jpg
via publin.ie

Locatie: Bij Clontarf, waar de noord-Dublinse kust begint. Fairview is een ondergewaardeerde buurt, met verborgen tweedehands winkeltjes en een van de beste slijterijen van de stad.
Waarom hierheen?: Met het gevaar in herhaling te vallen, is ook deze plek perfect voor de echte local-pub-ervaring. Heb je tijdens je trip nog geen enkele ondeugende/flauwe grappen makende Ierse barman ontmoet, dan is dit de plek voor jou. 
Goede herinneringen: Hier hoop ik de komende tijd goede herinneringen te kweken, want ik heb het pas net ontdekt, dankzij een vriendin die in de buurt woont. De eerstkomende bezoekers zullen hier ongetwijfeld naartoe gesleept worden.
In de buurt: Een wat hippere kroeg met zijn eigen bier, het Bru House, plus bovengenoemde slijterij (Martin’s Off-licence).

Ik wilde hier eerst ook nog een stukje schrijven over kroegen waar je kunt dansen of naar live muziek kunt luisteren, maar dat werd zo uitgebreid, dat ik denk dat het zijn eigen blogpost verdient. Blijf dus aan de lijn! Volgende keer weer eens iets anders dan lijstjes en aanbevelingen – komend weekend ben ik in Londen, dus wie weet zal ik daar over schrijven; en ik heb ook het plan om de meest vervelende attractie van Dublin te bezoeken (de Viking Splash Tour), wat ook best goede materie voor een schrijfseltje zou kunnen zijn. We zullen zien! Tot volgende keer!

PS). Hier is mijn lange toog (vanaf Porterhouse Temple Bar/Underdog naar Bernard Shaw/Blackbird):
(Porterhouse Temple Bar –>) Underdog –> The George (zie latere blog) –> The Long Hall –> The Swan Bar –> Against the Grain –> Eventueel Whelan’s, dat je ook als eindpunt kunt gebruiken (zie latere blog) –> Camden Exchange –> Cassidy’s (een andere dan in dit lijstje erboven: oude kroeg) –> The Bleeding Horse (best leuk, soms helaas een sportkroeg) –> The Bernard Shaw. Eventueel kun je daarna enigszins afwijken van de route en verder gaan naar The Barge, of naar Blackbird.