Wereldlezen: Van Bangladesh tot Mali

Wereldlezen: Van Bangladesh tot Mali

Zoals ik in mijn vorige blog al aanstipte, ben ik weer eens aan een nieuw project begonnen. Bij gebrek aan tv/onze ‘catbox’ (de harde schijf waarop al onze films en series opgeslagen staan, en zijn naam dankt aan het spinnende geluid dat hij maakt) was het onmogelijk om de afgelopen tweeënhalve maand verder te gaan met de Horrorthon, en daarom richtte ik me met dubbel enthousiasme op ’t Lezen. Op een regenachtige zondag besloot ik een lijstje te maken van boeken uit elk land (plus enkele koloniale overblijfselen en betwiste gebieden), waar ik de komende vijf, zes jaar (!) zoet mee zou blijven. Natuurlijk waren de keuzes aan regels onderhevig:

  1. Kies fictie, tenzij dat niet mogelijk is (zie andere regels).
  2. Bij voorkeur komt de schrijver uit het desbetreffende land, of is daar in ieder geval geboren. Als ik niemand (in vertaling) kan vinden, voldoet een eerste-generatie-emigrant ook. Als dát ook niet lukt, dan pas kan ik een schrijver uit een ander land kiezen. Dit laatste is maar een paar keer gebeurd, maar je zult het in dit deel al tegenkomen.
  3. Vrouwelijke schrijvers zijn de ‘default’. Dit koos ik omdat ik dat leuk vind en ik het mezelf moeilijker wilde maken (met name het Arabisch schiereiland werd er een stuk ingewikkelder door, maar daardoor ook interessanter). Dat wil niet zeggen dat er geen anderslachtige schrijvers op het lijstje staan: je zult er al een paar tegenkomen in deel 1.
  4. Ik mag de schrijver niet eerder gelezen hebben (vandaar bijv. dat ik Margaret Atwood moest skippen voor Canada). Ik zal, waar ik twijfelde, ook een paar andere keuzes geven: boeken die ik al uit heb, of schrijvers die nét niet door mijn selectie-criteria heen kwamen.
  5. Het is een recentelijk uitgegeven boek. Als er niets recents te vinden valt, of als oudere boeken mij interessanter lijken, mag ik die ook kiezen – maar niets dat vóór 1950 gepubliceerd is.
  6. Ik lees in het Engels of in de Engelse vertaling, maar zal hier ook de eventuele Nederlandse vertalingen geven.
  7. Het doel is vier boeken per maand te lezen, in deze volgorde: Azië – Europa of Oceanië – De Amerika’s of de Cariben – Afrika.

Okee – klaar voor de start?

Bangladesh: Tahmima Anam – A Golden Age (2007)

NL: Het bijtende gevoel van verlies

Waarom dit boek? Toevallig had ik het een paar maanden eerder gekocht vanwege de mooie cover – altijd een goede reden! Later kwam ik erachter dat het onderdeel uitmaakte van een serie over de Bengaalse onafhankelijksoorlog, waar ik nauwelijks wat (zeg maar gerust niks) van afwist. Het leek me daarom een goede plek om aan mijn wereldreis te beginnen, en gelijk wat nieuwe kennis te vergaren. (NB: Vechten voor onafhankelijkheid is een vrij wijdverspreid thema dat wel vaker in de boeken op mijn lijstje naar voren zal komen.)

Waar gaat het over? Het wordt verteld vanuit het oogpunt van Rehana, een weduwe van Indiase afkomst, die na haar huwelijk naar Bangladesh (dan nog Oost-Pakistan) verhuisd is. Aan het begin van ‘A Golden Age’ heerst er onrust in Oost-Pakistan: er gaan stemmen op om onder het juk van (West)-Pakistan uit te komen. (Zie Wikipedia-link hierboven om meer te lezen over de redenen hierachter.) Rehana’s kinderen sluiten zich algauw aan bij deze onafhankelijkheidsbeweging, wat haar zorgen baart. Zelf moet ze erachter zien te komen aan welke kant ze staat: sluit ze zich aan bij haar Indiase familie, die voor Pakistan kiest, of bij haar kinderen?

Wat vond ik ervan? Het was een lauwtjes begin van de wereldreis. Om met iets positiefs te beginnen: ik vond het bijzonder om de strijd te zien vanuit het oogpunt van een wat oudere vrouw, die op haar eigen manier haar steentje wil bijdragen. Historische romans zijn echter altijd lastig: gebeurtenissen moeten zo accuraat mogelijk worden weergegeven, en tegelijkertijd moet het niet te droog of uitleggerig worden. In dit boek merk je dat Anam vooral het laatste heeft proberen te vermijden, waardoor er simpelweg weinig overblijft. Er wordt veel over de oorlog geschreven, en er gebeuren vreselijke dingen – maar omdat je alles met Rehana’s blik ziet, blijft het op afstand, komt het niet dichtbij, zeker omdat Rehana’s familie op magische wijze bijna nooit écht in de problemen komt.

Tweede keuze: Taslima Nasrin – Lajja: Shame

Italië: Natalia Ginzburg – Happiness, as Such (1973)

IT: Caro Michele / NL: Lieve Michele; Vlucht / EN (andere vertalingen): Dear Michele; No Way

Waarom dit boek? Italië was no. 2 omdat ik naar dat land op vakantie ging. Eerst was ik op zoek naar een recentelijk uitgegeven Italiaanse auteur, maar de meeste mensen raadden me Elena Ferrante aan, en ik had geen zin om aan een serie te beginnen (die bovendien uit enorm dikke boeken bestaat). Sommige andere populaire boeken die de Italiaanse landsgrenzen waren overgestoken had ik al gelezen (ik ben zo cool). Toen stuitte ik op Ginzburg – een bekende auteur die wat langer geleden schreef, maar me gelijk aansprak. Ze schreef veel over Italiaanse families, en Italiaanse politiek in de jaren 70, en vocht jaren tegen het fascisme in het land. In ‘Lieve Michele’ komen beide thema’s sterk naar voren.

Waar gaat het over? Het is een moderne brievenroman (wat mijn hart stal: ik heb een zwak voor 19e brievenromans, zeker omdat ik het stiekem zo’n grappig idee vind dat – upperclass – mensen hun dagen vulden met het pennen van ellenlange epistels. In Dracula loopt het al helemaal de spuigaten uit. Oh nee er gaan allemaal mensen dood op dit schip! Snel, schrijf een brief van twintig kantjes over hoe ik me hierover voel!). De brieven worden aan Michele-uit-de-titel geschreven, o.a. door zijn activistische vrienden, zijn melodramatische moeder, zwangere ex-vriendin, en talloze andere familieleden. Michele is plots verdwenen en niemand weet waar hij is, al vermoedden sommigen wat er aan de hand is.

Wat vond ik ervan? Ik moest ongelofelijk lachen om het Italiaanse gedoe, gedrama en geharrewar – het voelde alsof ik met Michele’s familie aan tafel zat. Door de humor heen prikkend, kom je echter algauw een duisterder onderlaag tegen. Ginzburg maakt het je niet makkelijk, geeft niks weg: je moet blijven graven, en tussen de regels doorlezen. Daar hou ik van. Het boek geeft ook een interessant inkijkje in het politieke klimaat van Italië in de jaren 70, toen zowel het fascisme als het communisme (weer) om zich heen grepen, vooral onder studenten en jongeren.

Tweede keuze: Viola Di Grado – Hollow Heart [Cuore cavo]

Argentinië: Mariana Enríquez – Things We Lost in the Fire (2016)

SP: Los cosas que perdimos en el fuego / NL: Dingen die we verloren in het vuur

Waarom dit boek? Het stond al maandenlang op mijn leeslijst, want het klonk als een echt Femke-boek (zie ‘Wat vond ik ervan?’). Horror en feminisme? Sign me up!

Waar gaat het over? Het is een collectie van kortverhalen met een flinke dosis magisch realisme. De verhalen gaan vooral over de rol van de vrouw in de Argentijnse maatschappij – zo is er bijvoorbeeld een huiveringwekkend stuk over feminicide (de cijfers daarvoor zijn erg hoog in Argentinië).

Wat vond ik ervan? Het is inderdaad een echt Femke-boek. Magisch realisme is iets wat je haat of waar je gek op bent, en ik behoor tot de laatste groep. Ik vind het prettig dat het je op het verkeerde been zet, en het je gevoelens over wat ‘normaal’ is ontregelt, wat dit boek continu doet. De verhalen zijn bloederig, fucked-up, vreemd, en duister, dat alles met een sterke feministische ondertoon. Hoewel de horror-elementen soms bovennatuurlijk zijn (of lijken), is veel uit het leven gegrepen (zie: de vrouwenmoorden), wat het juist extra eng maakt.

Nigeria: Akwaeke Emezi – The Death of Vivek Oji (2020)

NL: De dood van Vivek Oji

Waarom dit boek? Ik kom nu waarschijnlijk over als een echte snob, maar ik heb een speciaal plekje in mijn hart voor Nigeriaanse literatuur. Omdat het voornamelijk in het Engels geschreven is, is het hier makkelijk verkrijgbaar: de boeken van (om te beginnen) Chimamanda Ngozi Adichie, bijvoorbeeld, hebben voor mij de deur naar het ‘wereldlezen’ opengezet. Een soort gateway drug, dus. Enfin. Ik heb inmiddels een aantal grote namen al gelezen, en was op zoek naar iets nieuws. Cue Akwaeke Emezi, de nieuwste Nigeriaanse sensatie. Ik zag hun boeken al een paar jaar lang op mijn ‘bookstagram’ rondzwerven, en hoorde er goede dingen over; het sprak me ook aan dat die veel over queerness en gender schrijft.

Waar gaat het over? De titel is niet gelogen: het gaat inderdaad over de dood van Vivek Oji. Wat leidde ertoe? Elk hoofdstuk wordt verteld door een ander persoon – vrienden, familieleden, en, heel soms, door Vivek zelf. Vivek is tussen twee werelden geboren, niet alleen qua ethniciteit – zijn moeder is van Indiase afkomst, zijn vader Nigeriaans – maar ook qua gender. Het is echter niet makkelijk om dit te kunnen uiten in het Nigeria van de jaren 80 en 90.

Wat vond ik ervan? Er zijn natuurlijk talloze boeken (films, series, toneelstukken etc) geschreven over queer mensen die zichzelf niet kunnen zijn en tragisch aan hun einde komen, maar dit boek zet het cliché ietwat op zijn kop – ook dankzij de titel, die de tragiek gelijk al weggeeft. Er is meer ruimte voor nuance en ‘goedheid’: de positieve kanten van de band met familie en vrienden (die ook niet allemaal in de verwachte hokjes passen), Viveks kracht en doorzettingsvermogen, en romantiek (al maakte de romance me wat ongemakkelijk: ik kan niet vertellen waarom, want dat zou een spoiler zijn). Het verhaal is prachtig geschreven, één van die boeken waar het plot zich precies, maar dan ook precies op de juiste manier ontwikkelt – niks wordt te vroeg of te laat weggegeven.

Eerder gelezen: o.a. Oyinkan Braithwaite – My Sister, the Serial Killer; Ayobami Adebayo – Stay with Me; Chigozie Obioma – The Fishermen; Chinelo Okparanta – Under the Udala Trees

Tweede keuzes: Abi Daré – The Girl with the Louding Voice; boeken van Wole Soyinka

Palestina: Susan Abulhawa – Against the Loveless World (2019)

NL: (Nog) niet vertaald. Andere boeken van Abulhawa zijn wél in het Nederlands verkrijgbaar.

Waarom dit boek? Ik viel wéér in de ‘bookstagram’-val, die zowel zoet als bitter kan zijn. (Zie hieronder tot welke categorie dit boek behoort.) Het werd vorig jaar aangeraden als één van de boeken die de realiteit van het leven in Palestina goed weergeeft. Abulhawa is, zoals zoveel Palestijnen, geboren in exile, en vecht vanuit de VS al jarenlang voor gerechtigheid. Om dit boek vorm te geven, sprak ze met verschillende andere Palestijnse vrouwen.

Waar gaat het over? Het wordt verteld vanuit het oogpunt van Nahr, een Palestijnse die aan het begin van het boek vastzit in Israëls sterkst beveiligde gevangenis. Ze is, net als de schrijver zelf, geboren buiten Palestina, en beschrijft haar terugkeer, haar woede tegenover Israël, en haar radicalisering. Het is, naar verwachting, geen makkelijk verteerbaar verhaal: de vreselijke manier waarop Nahr wordt behandeld als vluchteling buiten Palestina, en later in haar thuisland door Israëliërs, wordt onomwonden beschreven.

Wat vond ik ervan? Het was indrukwekkend, en verhelderend, maar de opzet maakte het lastig leesbaar. Je merkt heel duidelijk dat Abulhawa alle informatie die de ze via de interviews heeft verkregen, in het verhaal wilde verweven. Daardoor is Nahr een buitengewoon ongelukkig figuur, die weinig persoonlijkheid heeft buiten alle nare dingen die haar overkomen. Ik vond dat dat het verhaal erg afzwakte.

Tweede keuze: Adania Shibli – Minor Detail

Oekraïne: Oksana Zabuzhko – The Museum of Abandoned Secrets (2009)

OEK: Музей покинутих секретів / NL: (Nog) niet vertaald.

Waarom dit boek? Simpel: ik was naarstig op zoek naar een roman die me meer kon vertellen over de Oekraïense geschiedenis.

Waar gaat het over? Het is een historische roman met een twist. Hoofdpersoon Daryna, een journaliste, stuit op het verhaal van Olena Dovgan, een partisane die in 1947 door de Russen werd vermoord. De lezer duikt in Daryna’s leven, haar gedachten, zelfs haar magisch-realistische dromen, en struint door de 20e-eeuwse Oekraïense geschiedenis.

Wat vond ik ervan? Het was lang, maar episch (in de oude zin van ’t woord)! Ik ben het gewend om dikke boeken te lezen zo af en toe, maar was ‘harder’ werken, omdat Zabuzkho’s schrijfstijl aandacht vergt. Prachtige beschrijvingen van, vooral, Kyiv (nog poignanter nu de oorlog er woedt) en rake observaties wisselen zich af met filosofische beschouwingen over de hedendaagse Oekraïense maatschappij (zeker wat betreft de rol van de vrouw daarin) en de invloed van alle buitenlandse mogendheden die het land onder de voet wilden lopen/hebben gelopen. Het voelde alsof ik een kijkje achter de schermen kreeg, en het land in al zijn aspecten zag, warts and all. Normaal gesproken vind ik historische romans en familiegeschiedenissen lastig om door te komen, maar dit boek is zo anders en origineel en gelaagd, dat ik er geen genoeg van kon krijgen.

Eerder gelezen: Svetlana Alexievitch – Chernobyl Prayer

Mexico: Fernanda Melchor – Hurricane Season (2017)

SP: Temporada de huracanes / NL: Orkaanseizoen

Waarom dit boek? Simpel: het verscheen bij een uitgeverij (Fitzcarraldo) waarvan ik weet dat ze altijd de beste keuzes maken, zeker wat betreft vertaalde literatuur. En ook hier weer trok de combi horror & feminisme me gelijk aan.

Waar gaat het over? Het gaat over een klein dorpje in Mexico, en begint met de brute moord op ‘De Heks’, een moderne kruidenvrouw waar iedereen langsgaat voor levensadviezen en medicijnen. Het boek reconstrueert de gebeurtenissen die hiertoe leidden, verteld door verschillende dorpelingen die allemaal zo hun eigen redenen hebben om bepaalde details te veranderen of achterwege te laten.

Wat vond ik ervan? Het was brutal, om het even interessantdoenerig met een Engels woord te zeggen. Het Mexicaanse dorpsleven komt er niet al te mooi vanaf. Geweld tegen vrouwen en minderheden, uitzichtloze en armoedige levens, alles wordt tot in detail beschreven, en je moet een sterke maag hebben om door het boek heen te komen. Het deed me denken aan twee eerdere keuzes van mijn lijst hierboven: Things We Lost in the Fire vanwege de feminisme-horror en het magisch-realisme, en The Death of Vivek Oji vanwege de opzet en de doorsijpelende kritiek op de patriarchale maatschappij. De schrijfstijl – lange, doorlopende zinnen met weinig interpunctie – deed me dan weer denken aan Gabriel García Márquez (kijk toch eens hoe intellectueel ik ben!), waar Melchor inderdaad haar inspiratie vandaan haalde. Kort gezegd: het is geen boek om mee te relaxen.

Eerder gelezen: Emilano Monge – Among the Lost

Tweede keuze: Amparo Dávila – The Houseguest and Other Stories

Madagaskar: Johary Ravoloson – Return to the Enchanted Island (2013)

FR: Les larmes d’Ietsé / NL: (Nog) niet vertaald.

Waarom dit boek? Dit is slechts het tweede in het Engels vertaalde boek uit Madagaskar ooit!

Waar gaat het over? Het volgt het leven van Ietsy, van zijn (gepriviligeerde) jeugd tot aan zijn opleiding in Frankrijk en zijn uiteindelijke terugkeer naar Madagaskar, waar de titel naar verwijst. De naam Ietsy is niet zomaar gekozen, want zo heet de Eerste Mens uit de Malagassische mythologie óók. Ravoloson verweeft de ervaringen van Mythologische-Ietsy met die van Hedendaagse-Ietsy.

Wat vond ik ervan? Ik weet het niet zo goed. Het was interessant om een boek van dit eiland te lezen, een plek waar ik heel weinig vanaf weet (behalve dat men er erg arm is en dat er baobab-bomen groeien). Ik heb er nu een iets beter beeld van, maar het verhaal focust meer op de ervaringen van een emigré dan op Madagaskar zelf. Ik ben een sucker voor mythologie, en vond de gedeeltes waarin het over Mythologische-Ietsy ging vaak boeiender om te lezen dan de stukjes over Hedendaagse-Ietsy. Niet dat ik alles begreep, maar dat maakt het juist fascinerender: nu wil ik graag meer te weten komen over Malagassische mythen en legenden.

Tweede keuze: Naivo – Beyond the Rice Fields (het andere, eerste, Malagassische boek dat in het Engels is vertaald)

Maleisië: Zen Cho – Black Water Sister (2021)

NL: (Nog) niet vertaald.

Waarom dit boek? Ik zou misschien in januari naar Maleisië gaan (uiteindelijk gaat dit helaas niet door, vanwege huizengedoe) en zocht een leuk ‘vakantieboek’ dat ik daar eventueel zou kunnen lezen. Tot mijn grote geluk kwam ik erachter dat er onlangs een Maleisische fantasy uit was gekomen! Hup, in het karretje.

Waar gaat het over? Hoofdpersoon Jess – opgegroeid in de VS – keert met haar Sino-Maleisische familie terug naar het geboorteland. Het is lastig voor haar om te aarden, want ze spreekt de taal niet goed, snapt de gebruiken niet, en moet haar vriendin, waar niemand wat vanaf weet, achterlaten in Amerika. En dan wordt ze óók nog eens bezeten door de geest van haar pas overleden grootmoeder! (Don’t you hate it when that happens?) Oma heeft zo haar redenen: bij leven aanbidde ze de Black Water Sister, één van de vele goden die de Sino-Maleisische gemeenschap kent. Nu wordt het altaar van de Sister bedreigd door een grootgrondbezitter, en Jess is de enige die er wellicht iets tegen kan doen.

Wat vond ik ervan? Het was een dolle rit – geen pareltje van hoogstaande literatuur, maar heerlijk om te lezen. Ik genoot van de manier waarop Zen Cho Maleisië neerzet – beschrijvingen van alle verschillende ethniciteiten en religies, de steden, het eten, de manier waarop mensen met elkaar praten; en ook duisterder kanten zoals gangs die bepalen wat er gebeurt, ongeregisteerde immigranten die al het vuile werk doen, het grote verschil tussen arm en rijk, en sommige tradionele (ouderwetse) normen en waarden. Het fantasy-element was precies waar ik van hou, waarbij ‘oude’ mythologie plots in de moderne wereld terechtkomt (urban fantasy, zogezegd). De hoofdpersoon is ietwat tienerig voor haar leeftijd (ze is begin 20), maar haar sarcastische opmerkingen zorgden ervoor dat de mindere gedeeltes van het boek toch goed door te komen waren. Ik vond het ook prettig dat het feit dat Jess lesbisch is niet de enige verhaallijn is: het is niet onbelangrijk en wordt af en toe aangestipt, o.a. omdat er strubbelingen zijn met haar vriendin en met haar coming out, maar het wordt heel casual verweven in het grotere geheel.

Tweede keuze: Tash Aw – The Harmony Silk Factory; en boeken van Hanna Alkaf of Yangsze Choo

Denemarken: Tove Ditlevsen – The Trouble with Happiness (1952 en 1963; 2022)

DEN: Paraplyen en Den onde lykke / NL: (Nog) niet vertaald.

Waarom dit boek? Ik wilde al een tijdje Ditlevsens autobiografische trilogie over haar jeugd in Kopenhagen lezen. Na nader onderzoek kwam ik erachter dat ze ook een aantal kortverhalen had geschreven. Dat leek me een goede start – kortverhalen leggen altijd bloot waar iemands schrijfkracht ligt, en dan weet je meteen of je ooit méér van iemand wil lezen.

Waar gaat het over? Het is een samenvoeging van twee verhalenbundels uit de jaren 50 en 60. Ditlevsen schrijft voornamelijk over het Deense huishouden van die tijd, zowel uit het oogpunt van de vrouwen als de mannen: inkijkjes in het burgerlijke leven, waar niemand echt tevreden is met zijn aangewezen rol, maar niemand er iets aan kan of durft te veranderen.

Wat vond ik ervan? Het was deprimerend, op een goede manier. Dat je denkt: Jezus, wat een ellende, give me more! Iedereen is ongelukkig in Ditlevsens verhalen, maar ze beschrijft het zo mooi, dromerig bijna, dat je het haar vergeeft. De ongelukkigheid is subtiel: niet groots en dramatisch, maar klein en onderhuids (bijv. een man die geen rekening houdt met zijn zieke(?) vrouw als hij vrienden over de vloer heeft). Kennelijk is dit boek nog beter als je de autiobiografie gelezen hebt, omdat je dan ziet waar Ditlevsen haar inspiratie vandaan heeft gehaald. Dus, lezers, jullie kunnen het beter doen dan ik, en eerst dááraan beginnen.

Eerder gelezen: Isak Dinesen – Seven Gothic Tales (aan Out of Africa ben ik nog niet begonnen)

Haïti: Edwige Danticat – Everything Inside (2019)

NL: (Nog) niet vertaald.

Waarom dit boek? Danticat wordt altijd met ronkende woorden* aangeprijsd door een Caribische ‘bookstagrammer’ die ik volg, dus ik had haar op ’t oog. Dit is haar nieuwste boek, en ik vond het (puur toeval!) toen ik in de bieb rondhing om de tijd te doden.

Waar gaat het over? Ook dit is een collectie kortverhalen (we zullen er nog veel meer tegenkomen gedurende mijn reis!). De verhalen spelen zich af op Haïti en in de Haïtiaanse immigrantengemeenschap in de VS. Danticat focust op relaties: tussen vrienden, familieleden, en geliefden, maar ook tussen emigranten en ‘thuisblijvers’, en tussen de emigranten en hun land van herkomst. Recente gebeurtenissen (zoals de aardbeving op het eiland) komen ook voorbij.

Wat vond ik ervan? Goed, op zo’n manier dat het lastig is te zeggen waaróm het zo goed is. Schrijfstijl, onderwerpkeus, karakterisering: alles klopt hier gewoon. Ik hou erg van kortverhalen omdat ze me doen denken aan straatfotografie: een momentopname uit iemands leven, waardoor je als kijker/lezer wordt geprikkeld te denken aan wat er direct daarvóór is gebeurd en wat er daarna zal gebeuren. Danticats verhalen prikkelen je brein precies op die manier.

*ik heb geen idee of dit goed Nederlands is, ik zit al tien minuten naar deze uitdrukking te staren en word helemaal gek. Help mij.

Tweede keus: Dany Laferrière – Heading South

Mali: Maryse Condé – Segu (1984)

FR: Ségou. Les murailles de terre / NL: Ségou: De aarden wallen

Waarom dit boek? Ik kon met de beste wil van de wereld geen Malinees boek in Engelse of Nederlandse vertaling vinden (en mijn Frans is bij lange na niet goed genoeg om het te kunnen lezen). Gelukkig had ik dit nog op mijn Kindle-plankje staan. Een paar kanttekeningen, echter: de schrijver komt niet uit Mali maar uit Guadeloupe, het boek speelt zich af in de 18e/19e eeuw, toen Mali nog niet als zodanig bestond, en speelt zich ook voor een deel buiten West-Afrika af. Maar dat mag de pret niet drukken.

Waar gaat het over? Het is een historische familieroman (joehoe, daar zijn we weer!). Het boek volgt verschillende familieleden en generaties van de Bambara-familie Traoré uit Segu/Segou (een stad die nu in Mali ligt). Het is het eind van de 18e en begin van de 19e eeuw, een turbulente tijd in wat nu Mali is. Verschillende koninkrijken en groepen staan tegenover elkaar, de Europeanen zijn bezig met hun smerige slavenhandelzaakjes, en de Islam verspreidt zich langzaam maar zeker door West-Afrika.

Wat vond ik ervan? Nu ik mijn leesterritorium uitbreid, geniet ik er enorm van om meer te weten te komen over andere landen en gebieden (dan Nederland/Ierland/VK/VS, waar ik het meest over las de jaren ervoor), en dit was er een goed voorbeeld van. De geschiedenis van dit gedeelte van West-Afrika (plus daarbuiten) komt goed naar voren in ‘Ségou’, en ik vond het leuk te lezen over alle verschillende bevolkingsgroepen en hun gewoontes van die tijd. Echter, de schrijver lijdt aan het veelvoorkomende Forrest Gump-syndroom, waarbij de personages uit haar boek geen normaal leven kunnen leiden, maar continu bij belangrijke (historische) gebeurtenissen aanwezig moeten zijn. Misschien is het ook goed om te vermelden dat er veel seksueel geweld in het boek voorkomt (meer dan ander geweld, terwijl er toch veel oorlogen worden uitgevochten), wat hier en daar niet ‘nodig’ is en daarom wat afdoet aan het verhaal.

Tweede keuzes: Later kwam ik erachter dat er wél wat Malinese schrijvers in vertaling zijn! Amadou Hampâté Bâ lijkt me de interessantste (o.a. The Fortunes of Wangrin).

——

Tada, en daar zijn we dan! Ben je al moe van het reizen, of smaakt het naar meer? Onze volgende reis zal ons van Zuid-Korea naar Zuid-Afrika brengen. (Nee, dit is heb ik niet expres zo mooi uitgekiend.) (Of toch…?) Maar eerst zal ik jullie mijn volgende horror-filmlijst geven (tis the season), en vertellen over De Ellende van een Huis Kopen in Ierland. Slán go fóill!

Onderweg

Onderweg

Na vier hectische maanden (en waarschijnlijk meer in het verschiet) heb ik eindelijk weer even de tijd om – redelijk – rustig te schrijven. Rustig en roestig, want ik merk nu al dat ik niet meer goed weet hoe het moet. Als ik mezelf niet dwing af en toe in het Nederlands te schrijven, voelt het alsof ik met mijn vingers door stroop waad tijdens het typen. Plakkerig en onhandig. Niks klopt, alles ligt op de verkeerde plek, ik staar naar woorden en zinnen die nergens op lijken te slaan. Ondertussen is Engels ook nog steeds een lastige taal om me (genuanceerd) in uit te drukken. Ik val weer eens tussen wal en schip, als emigrée.

Ik bevind me wel vaker tussen wal en schip, de laatste tijd. Favoriete Ier en ik zijn constant onderweg, on the road. Allereerst moesten we een huis zien te vinden (een proces waar ik later, véél later, meer over zal vertellen), en dat ging niet helemaal over rozen, alhoewel we afgelopen week EINDELIJK onze verhuisdatum te horen hebben gekregen. Oktober! Dat is mijn favoriete maand, dus dat is een goed teken. Ik ben opgelucht, maar weet ook dat er nog meer stress op de loer ligt ná de verhuizing.

Voorkant van ons toekomstige huis… fingers crossed. Ik durf het nog steeds niet te geloven. Meer info volgt later dit jaar!

Tussen april en nu heb ik geen moment rust gehad, lijkt het, terwijl ik ook vaak moe was en niks deed. Zo’n zoektocht slurpt al je energie op, zelfs al je even op de bank neerploft om een film te kijken spookt “Het Huis” rond in je achterhoofd. De laatste keer dat iets zoveel ruimte in mijn brein innam, was toen ik aan mijn Master-scriptie werkte. Dat gevoel dat je tijd verspilt, elke keer als je even aan het luieren of relaxen bent: “Je zou nu eigenlijk je scriptie moeten schrijven!” Zo voelde “Het Huis” ook (en nóg, een beetje). “Waarom geef je hier geld aan uit? Je moet nu eigenlijk sparen voor meubels en keukengerei!” Het vervelendste zijn de momenten waarop je op een antwoord moet wachten van de makelaar, de notaris, de verkoper, de bank, de surveyor, de buurvrouw van drie-achter, de huiselfjes, de dwergen in de tuin (drie formulieren invullen voor die fuckers!), de… * ahem *

Het leverde veel stress op.

Daar kwam nog bovenop dat we per 1 juli al ons appartementje uit moesten, en vanaf dat moment geen vaste plek hadden om te wonen. Godzijdank ben ik hier nu lang genoeg om een sociaal netwerk op te hebben gebouwd (een netwerk, bovendien, dat zich bijna geheel rondom dezelfde buurt in Dublin bevindt), en is het vakantietijd, wat betekent dat bijna iedereen weg is. “Jullie kunnen wel op ons huis passen!” De ene hand wast de andere, zoals de Engelstaligen zeggen. We plempten al onze boeken, knick-knacks, en overige spullen (zoals een tas-met-zand-dat-F.I.-ooit-gaat-gebruiken-voor-zijn-terrarium) in de opslag, maakten een survival-kit, en begonnen aan het reizende leven. Chaotisch, maar avontuurlijk; ik gedij er wel bij, al moet ik zeggen dat het na drie verhuizingen wel wat veel werd, zeker omdat je nergens echt ‘plek voor jezelf’ hebt. Het is een woon-limbo.

Leeg huis

Vanaf juli hebben we op vier verschillende plekken gewoond (met één meer in het verschiet):

(1) Het tijdelijke, superdure huurhuis van vriendin L., middenin één van de meest centrale en poshe wijken van Dublin. De eigenaar is continu op vakantie, en heeft zijn huis ingericht als een showroom: veel onpersoonlijke kunst, plastic plantjes, keukensets en kleurschema’s. Het voelde alsof ik in een film beland was. Over film gesproken: de bovenbuurman, een gespierde, Viking-achtige Engelsman, bleek een bijna-bekende acteur te zijn. Hij stond vaak buiten te roken, omringd door net-iets-te-mooie-mensen die duidelijk ook beroemd waren/wilden zijn.

Strike a pose in het showroom-huis, ook ik wilde wegens de weeromstuit rijk en beroemd worden

(2) Het huis van F.I.’s broer, zijn vrouw, en hun drie dochtertjes, een doolhof vol scheef opgehangen kunst, kapotte kranen, en viltstiften op de meest gekke plekken. Het was er een heerlijke bende. De bende werd verergerd door een klein, energiek vuilnisbakkie, Max – een mix van een Jack Russell en iets met een langere vacht. Max werd algauw onze surrogaathond, en het was erg lastig om hem na vijf weken achter te laten (al moet ik zeggen: ik weet nu welzeker dat ik NOOIT een eigen huisdier wil). Oh Max: hij sliep op ons bed, praatte tegen ons, voelde zich buitengesloten en werd boos als wij elkaar knuffelden, wilde alles eten wat wij aten (het liefst komkommer), had een hekel aan de meeste andere honden (behalve terriers), postbodes (doe ’s origineel), bouwvakkers, en motorfietsen, kotste het hele huis onder omdat-ie ’s nachts stiekem van zijn geheime stash brokjes at, vond het park wel OK maar wilde liever in zijn favoriete vieze stinksteegje uitgelaten worden, en kon voetballen. Voila, c’est Max.

Max ziet komkommer

(3) Het nieuwe huis van vriendin L. (ze is veel op reis), min of meer om de hoek van ons ex-appartement. Plotseling was ik weer in mijn oude buurt, waar ik een maand geleden zo uitgebreid afscheid van had genomen. Laat me je vertellen dat dat een vreemd gevoel is, vergelijkbaar met het alom bekende gevoel dat je hebt als je iemand gedag zegt, en het vervolgens blijkt dat je allebei dezelfde kant op moet. Het was ook gek dat L. pas net een paar dagen geleden ingetrokken was, en wij na ons verblijf langer in haar huis zouden hebben gewoond dan zij. Alles voelde nieuw en fris en schoon. Je begrijpt natuurlijk meteen dat het een risico is om daar een Femke in los te laten, en er ging dan ook vanalles mis. Kleine misstappen, toegegeven, maar toch vervelend: een kapot glas (plus bebloede hand), een koffievlek (dat was F.I.’s schuld), een gebroken schaar (plus bebloede hand), en kringen op de houten tafel. Ik streste me de laatste avond kapot en kon alleen nog maar naar die gvd’de kringen staren. Een uur vol tandpasta, baking soda, en olijfolie later was de schade hersteld. L. (die ik al op de hoogte had gebracht), kwam thuis, keek om zich heen en zei: Maar het valt toch allemaal mee? Oh, thank God!

Thuiswerken op L.’s mooie balkon

(4) Ik wou soms dat ik niet zo onhandig was, want twee dagen later brak ik gelijk een tweede glas in Huis Nr. 4, het huis van onze goede vrienden R&R en baby L. (Niemand wil mij nog in huis hebben na dit te hebben gelezen. Ik verzeker je dat ik alles verder heel schoon en netjes houd en ook leuke cadeautjes achterlaat.) Het ging zo: ik struikelde over de kabel van mijn laptop, knalde met mijn knie tegen de halfopen afwasmachine, en toen ik rondhobbelde van de pijn stootte ik een glas van het aanrecht. R. is een bierfanaat, en heeft een enorme collectie bijzondere glazen, dus het is een wonder dat ik een vervangbaar exemplaar vernaggelde. Nu durf ik me hier nauwelijks meer te bewegen. Gelukkig is dit een groot, ruim, en leeg huis, dus (even afkloppen) er zal verder weinig kunnen gebeuren. Om me verder te helpen heeft R. ook een lange lijst met huisregels achtergelaten, waar we ons allebei strikt aan houden, o.a.: Don’t drink R.’s beer. I don’t consider Heineken beer, so please drink that; Ignore any banging noises or screams coming from the attic, it’s just your imagination (deze is best lastig, moet ik zeggen); If you play board games, write the winner on the inside of the box lid; By entering this house you agree to be filmed on CCTV – if you want a video of your stay, R. will provide, along with some nice music; en F.I. has to socialise with R. (als ze straks terug zijn, waar ik naar uitkijk, want het zijn een paar van mijn favoriete mensen. Vooral de baby L., zij is echt één van mijn favorietste baby’s ooit. Dat terzijde). Ze kennen me goed, zoals je ziet, want er zijn geen verplichtende socialise-regels voor mij.

Dit wordt ons volgende stekje

Ik mag echter niet klagen, als ik dit zo lees, want uiteindelijk is het natuurlijk allemaal goed gekomen (even afkloppen!). Ik heb zelfs nog de tijd gehad om (na meer dan 2 jaar!) weer wat tripjes te maken: heb vrienden opgezocht in Duitsland en Italië, heb een bliksembezoek afgelegd aan het thuisland, en ben langsgeweest op het Franse vakantie-adres van pa & ma. Het voelde fijn om zonder al te veel gedoe onderweg te zijn, al moest ik weer even wennen aan het ‘ritme’ van het reizen. De eerste keer dat ik alleen was, een andere taal moest spreken, en moest bedenken hoe ik mijn dag en avond zou gaan vullen, voelde ik me plots erg verloren. (Dit gevoel heb ik dit jaar wel vaker, zo ‘na’ Covid: alsof je weer opnieuw moet leren hoe het is om een mens in de 21-eeuw te zijn.)

(Klik om de foto’s te vergroten.)


Tussen al het Onderweg zijn, mentaal en fysiek, heb ik ook nog de tijd gehad om wat nieuwe hobbies op te lopen (of in ieder geval de eerste symptomen van te manifesteren): van meer-gedaan naar minder-gedaan zijn dat rollerskaten, ‘foragen‘, West-Afrikaans dansen, en taxidermie. Ik kan het ook nooit gewoon bij één interesse houden, en daar goed in worden, ik moet altijd duizend dingen halfslachtig doen (al beginnen mijn tap- en banjolessen binnenkort ook weer, hoera!).

Foerageergids Feebee

Het zal jullie niet verbazen dat ik eveneens aan een nieuw ‘project’ ben begonnen, want bij gebrek aan TV kunnen we onze horrormarathon niet voortzetten op het moment – ik heb mijn aandacht weer voornamelijk op het lezen gericht. Mijn nieuwste plan is om een boek te lezen uit elk land/territorium ter wereld, en zo in gedachten een wereldreis te maken. Ik heb een lijst gemaakt van ongeveer 215 plekken. Tot nu toe ben ik in Bangladesh, Italië, Argentinië, Nigeria, Palestina, Oekraïne, Mexico, en Madagascar geweest. Nog 200+ te gaan! (PS – Mijn leeslijst kan gedeeld worden, mocht er interesse zijn, en ik denk dat ik om te zoveel tijd een update/enkele reviews zal schrijven, net zoals ik doe met de horrormarathon.)

Ik zal nog wel even on the road zijn… maar ik zal jullie op de hoogte blijven houden.