Ten eerste – het spijt me dat ik het gevreesde C-woord in mijn mond (toetsenbord?) heb genomen.
Ten tweede – sorry voor de goede-niet-zo-goede, semi-intellectuele boekengrap.
Ten derde – ayy, corona. Nu zeg ik het weer! Vind je het gek; net als de rest van de wereld ben ik er de afgelopen dagen continu mee overspoeld. (Niet letterlijk. Dat zou niet goed zijn.) Al ben ik een hypochonder, ik maak me minder zorgen dan ik verwacht had – ik denk dat dat komt doordat hypochonders er altijd al vanuit gaan dat alles naar de stront gaat, en als dat dan echt gebeurt, maakt het eigenlijk weinig verschil. Daarbij denk ik dat het deels wel meevalt, afgezien van de impact die het heeft en gaat hebben op ons dagelijks leven. Nou, het valt vast mee als het om mijzelf gaat – maar ik ben best bang om zonder het te weten anderen aan te steken. Ik ken, direct en via via, best wat mensen voor wie het niet prettig zou kunnen zijn om dit virus op te lopen, en ik hoop dat ik genoeg maatregelen neem en kan nemen om hen – en anderen, natuurlijk – niet in de gevarenzone te plaatsen. Verder gaat alles goed hier, voorzover mogelijk. Ierland reageert accuraat: we hebben hier zo’n 100 patienten en brengen nu al dezelfde maatregelen in werking als in Nederland; mijn werk stuurt ellenlange mails rond over wat we kunnen verwachten en wat we kunnen doen; en natuurlijk worden overal de winkels leeggekocht, wat eigenlijk niet zo accuraat is maar vooral erg irritant en dom. Er is genoeg over gezegd, maar ik wil jullie toch nog(maals) even een anekdote vertellen over wat ik van de week in de Lidl zag. Natuurlijk werd ik half omver gerend door de gevreesde wc-papier-hoarders – kennelijk verspreidt deze aandoening zich nog sneller dan het virus zelf -, maar het grappigste vond ik de man die zijn karretje vol aardappelen had gegooid. Voor de goede orde had hij er ook nog een pakje crackers bij gedaan. Nee, de Ieren zijn de hongersnood nog lang niet vergeten.
Stiekem kijk ik er best naar uit om straks een paar dagen, weken of maanden thuis te zitten, al hoop ik dat met zo min mogelijk ziekteverschijnselen te doen. Ik heb een lang weekend voor de boeg, en hoewel ik eerst een (binnenlands) reisje zou gaan maken, heb ik voor de zekerheid alles maar afgezegd. Het kan dus best zijn dat jullie straks elke dag een nieuwe blog zien verschijnen. Ik ben sindskort ook lekker op weg met ‘Mijn Verhaal’ (NB – als iemand zich wil aanmelden om het voor/met mij te proeflezen, stuur me een bericht. Ik doe ook podcast-achtige lezingen, waarmee ik bedoel dat ik mezelf voorlezend opneem op WhatsApp, terwijl ik ondertussen mijn schrijfsels redigeer), en ik heb nog een hele stapel boeken liggen, dus ik hou mezelf wel bezig.
Ah, boeken. De meesten van jullie weten wel dat ik een grote boekenliefhebber ben, en ik krijg vaak de vraag: hoe lees je toch zo veel, en snel? Daar kan ik nooit een goed antwoord op geven, want de enige verklaring die ik heb, is dat ik mezelf van jongsaf aan getraind heb. Lezen is voor mij inmiddels bijna als ademen, om een cliché van stal te halen. Of misschien meer als lopen. Zodra ik niets te doen heb, haal ik een boek tevoorschijn; als ik mezelf wil afzonderen, doe ik hetzelfde. Ik heb mezelf aangeleerd om ‘tussendoor’ te kunnen lezen – korte stukjes tijdens verloren momenten -, en ik heb mezelf aangeleerd om me af te sluiten voor lawaai om me heen terwijl ik lees. Omdat het voor mij nu zo natuurlijk aanvoelt, vind ik het vrij ingewikkeld om een goed antwoord te geven op de vraag hoe ik dat toch doe. Het kost tijd, net als leren pianospelen, met het enige verschil dat de meesten van ons gelukkig de beginselen al kennen. En natuurlijk ging bij mij ook niet vanzelf, en heeft het jaren gekost om mijn lees-skills te perfectioneren.
Maar nu. Nu zitten we straks waarschijnlijk allemaal thuis, met of zonder werk. Nu hebben we tijd over! Nu kan ik jullie wellicht helpen om eens de ongelezen boeken in je boekenkast af te stoffen en open te slaan; en, als je al een boekenvreter bent als ik, kan ik je leessnelheid misschien wel omhoog krijgen. Geen garantie, helaas – ik heb deze theorieën nooit helemaal in de praktijk gebracht, dus jullie zijn in feite mijn testpubliek. Laten we beginnen!
STAP 1. Willen lezen
Dit klinkt makkelijker dan het is. Iedereen heeft het druk, niemand heeft tijd, en als je terugkomt van werk, wil je gewoon lekker voor de tv hangen. Dat is straks misschien verleden tijd, als we allemaal thuis zitten. De eerste stap richting Meer en Sneller Lezen, is om het als iets positiefs te zien. Je moet bereid zijn om een boek open te slaan. Als je deze blog nog niet hebt weggeklikt, dan neem ik aan dat het met die bereidwilligheid wel goed zit. Denk er eens kort over na: waarom wil je lezen? Wil je wegduiken in een romantisch verhaal, wil je iets nieuws leren? Een goed boek kan je soms net zo veel, en misschien zelfs meer, voldoening geven als een fijne film. Het kan een tijdje duren voor je je goed kan concentreren, of voor het je lukt elke dag te lezen, of voordat je grote vorderingen maakt in een boek. Deze problemen zal ik hieronder allemaal aanstippen, maar het belangrijkste is dat je lezen als een vorm van ontspanning ziet, en niet als een taak. Het geeft niets als je maar een pagina per dag leest, het geeft niets als je het boek een dag laat liggen, het kan niemand wat schelen als je liever naar een audioboek luistert dan dat je naar papier staart. *zelfhulp-stemmetje* Je moet doen waar je je het beste bij voelt! Laat je niet intimideren.
STAP 2. Het kiezen van een boek
Ik zal eerlijk zijn en zeggen dat deze stap eigenlijk niet zo heel belangrijk is. Je moet toch ergens beginnen, en het maakt niet uit waar. Wil je lezen? Mooi. Pak een boek uit de boekenkast dat er leuk uitziet of leuk klinkt, en begin. Je komt er vanzelf achter of je er wat aan vindt of niet, en na een tijdje kom je er eveneens achter welke genres je het liefste leest, en welke schrijvers je goed vindt. Ik ben er zelf een groot voorstander van om alles uit te proberen, en heb eigenlijk geen favoriete genres. Ik lees alles waar ik mijn handen op kan leggen: klassiekers, non-fictie, scifi-pockets, fantasy, thrillers, chicklit. Laat je niet afschrikken door vooroordelen en, nogmaals, doe wat je wil. Deins niet terug voor Literatuur met een grote L, maar ook niet voor ‘simpele’ genres; schroom niet om boeken die je goed vond te herlezen, of je door het gehele oeuvre van één enkele schrijver heen te vreten. Het is een goed idee om met een dunner boek te beginnen als je niet veel leest, om te zien hoe dat je afgaat. Ik moet daar wel aan toevoegen dat het aantal pagina’s van een boek niet altijd een graadmeter is voor hoe ‘ingewikkeld’ of ‘simpel’ het is!
Wil je toch wat meer houvast, dan is een andere goede methode om aan mensen om je heen te vragen wat zij nou lezen, of in de winkel te vragen welke boeken de verkopers goed vinden. Het is altijd een feest (voor mij, in ieder geval) om naar een boekwinkel te gaan en rond te neuzen. Voorpret! Mocht je niet weten waar te beginnen of hoe verder te gaan, dan kun je mij ook altijd om leestips vragen – dit is één van mijn favoriete manieren om mensen te helpen. Wees dus niet bevreesd om mij een berichtje te sturen, mocht je je vervelen!
STAP 3. Beginnen met lezen
Nu heb je een boek uitgekozen. Wat nu? Ik zou graag willen zeggen dat je gewoonweg begint met het lezen van de eerste regel, maar ik weet dat het helaas niet voor iedereen zo simpel is. Aan de ene kant is het altijd goed om dingen niet te veel te ‘overdenken’, aan de andere kant gaat lezen minder automatisch dan luisteren naar muziek of het kijken van tv. Je moet een bepaalde mate van concentratie hebben. Zeker als je niet veel leest, en/of veel aan je hoofd hebt, is het lastig om je in een verhaal vast te bijten. Het enige wat ik je kan meegeven, is dat je je niet te veel zorgen moet maken. Begin zodra je je boek hebt uitgekozen, want anders stel je het misschien uit. Wie weet word je wel gelijk meegesleept! Merk je dat je afgeleid wordt, probeer het jezelf dan comfortabel te maken: tenslotte doe je dit om te ontspannen. Zet een kopje koffie, zonder je af, gooi een dekentje over je heen, zet je telefoon op stil, doe alles wat je normaal gesproken zou doen als je wilt relaxen. Sommige mensen vinden het prettig te lezen met muziek erbij, anderen houden van stilte. Buitenshuis lezen kan ook een uitkomst zijn [nadat we weer de quarantaine uit zijn, natuurlijk, tenzij je een tuin hebt]. Gek genoeg kan een beetje achtergrondlawaai – geroezemoes, vogelgefluit, zachte muziek of muzak – je concentratie juist versterken, heb ik bij mezelf gemerkt. Vind je ideale leesplek, maar zorg ervoor dat je niet overdrijft: het is ook goed om te merken dat je na een tijdje wellicht zelfs in een minder ‘prettige’ omgeving een boek open kan slaan, zoals je hieronder zult zien! Ga terug naar Stap 1, als het voelt of je een taakje aan het doen bent, en bedenk dat lezen is iets leuks is, iets ontspannends. Je zult merken dat je een roman anders leest dan artikelen voor je werk of studie – langzamer, met een andere mate van intensiteit (ik weet niet zeker of dit een anglicisme is…), en natuurlijk ook met een andere doelstelling voor ogen. Het helpt je je gedachten te verzetten!
STAP 4. Doorgaan met lezen
Je hebt de eerste paar pagina’s gelezen. Je kopje thee is leeg. Nu kunnen er twee dingen gebeuren. Je zit er helemaal in, en in dat geval zal ik je met rust laten. Of: je concentratie verslapt. Shit! Ah, joh, dat geeft echt niets. Als je niet verder kunt, moet je stoppen. Dat betekent niet dat je het opgegeven hebt. Onze aandachtsspanne is niet zo groot, zoals iedereen vast weet, dus het is alleen maar logisch dat je je boek na een tijdje weer weglegt. Hoe keer je er echter naar terug? Ik heb een paar tips die er wellicht voor kunnen zorgen dat je huis niet vol komt te liggen met half-gelezen boeken.
*Ten eerste, zoals hierboven gezegd: het geeft niets als je een boek slechts langzaam leest. Het is wel prettig om elke dag een leesmoment voor jezelf vrij te maken, of jezelf een (klein) leesdoel te geven. Stel, je zegt dat je elke dag een halfuurtje voor ’t slapengaan wil lezen, of elke dag tien pagina’s uit wil hebben. Dat werkt goed om het een gewoonte te maken, en dat zorgt er weer voor dat je uiteindelijk meer en meer zult lezen. Ik denk dat je na een tijdje niet eens meer doorhebt of je je ‘doel’ behaalt hebt of niet! Vergeet echter niet, het is niet erg als je je ‘doel’ niet bereikt: of je nou een paragraaf of een hoofdstuk per dag leest, alle beetjes helpen. Ik moet wel zeggen dat het meer voldoening en rust geeft om naar een afgerond stuk toe te lezen, en niet midden in een alinea te stoppen.
*Ten tweede: het is niet erg om een boek niet uit te lezen. Mijn stelregel is: als je een kwart hebt gelezen en je vindt er nog steeds niets aan, dan wordt het nooit wat. Zelfs als het boek een geweldig einde heeft, weegt dat niet op tegen het feit dat je je het grootste deel van de tijd door langdradige, saaie hoofdstukken hebt moeten werken. Met non-fictie kun je jezelf wellicht wat meer pushen, maar ook hier geldt dat het geen zin heeft om jezelf in slaap te lezen – als je het saai vindt, onthou je het toch niet, en heb je er uiteindelijk geen reet aan. Doorlezen terwijl je het klote vindt, zorgt alleen maar voor leesfrustratie, en dan is het moeilijk jezelf er daarna toe te zetten weer iets nieuws te beginnen. De kwart-boek regel is absoluut een goede om je aan te houden bij fictie, omdat de meeste romans eventjes tijd nodig hebben om op gang te komen – na zo’n 50 of 100 pagina’s, echter, moeten de schrijver en lezer naar mijn idee hun draai gevonden hebben. Hoe meer je leest, hoe beter en sneller je kunt inschatten of het boek dat je uitgekozen hebt wat voor jou is – en hoe beter je wordt in het doorlezen, zelfs als je je toch nog door saaiere gedeeltes moet ‘worstelen’. Weet wat je leest: sommige genres of literaire stromingen zijn expres vreemd of vaag, en Victoriaanse romans staan er bijvoorbeeld bekend om dat ze erg langdradig kunnen zijn. Je merkt vanzelf of dat je ligt of niet. Je zult zien dat je op een gegeven moment doorhebt dat je af en toe stukken kunt overslaan of kunt ‘skimmen’ (snellezen/half lezen), zonder dat je de draad van het verhaal verliest. Je hoeft ook niet alles te begrijpen. Ten voorbeeld: op het moment lees ik een roman over de middeleeuwen, waarin er vaak tot in detail gesproken wordt over middeleeuwse architectuur. Ik vind dat niet altijd interessant, dus ik lees die gedeeltes snel door en blijf niet te lang hangen als ik er niets van snap.
*Ten derde: maak lezen een vast onderdeel van je leven. Dit klinkt hoogdravend, maar is het niet. Ik zorg er zelf bijvoorbeeld altijd voor dat ik een boek in mijn tas heb, en haal het tevoorschijn op de momenten dat ik anders in de lege ruimte of op mijn telefoon zou staren. (Daar is trouwens ook niets mis mee, hoor.) Zo heb ik mezelf aangeleerd om op elk moment van de dag, in bijna elke situatie, te kunnen lezen. Na een tijdje merk je vast ook dat je leesconcentratie hierdoor verbetert. Een goed begin is om ‘on the road’ te lezen. Audioboeken zijn hier een uitkomst voor. Een andere handige ‘boekenplaats’ is logischerwijs het nachtkastje, of een andere plek in je huis waar je het boek niet over het hoofd kan zien. Zo ‘dwing’ je jezelf onbewust om het weer op te pakken en open te slaan.
*Ten vierde: Maak ’t lezen leuk(er) door bijvoorbeeld een mooie boekenlegger voor jezelf te kopen, of aantekeningen te maken: onderstreep zinnen die je mooi vindt, of schrijf gedachtes over het verhaal in de kantlijn. (Ik doe dit zelf altijd, hoewel ik weet dat niet iedereen daar tegen kan.) Het is soms ook interessant om informatie op te zoeken over de schrijver, dat kan het boek in perspectief plaatsen.
STAP 4. Na het lezen
Nu hoop ik dat deze tips een beetje geholpen hebben, en je het boek hebt uitgelezen! Hoe verder? Wie weet heb je de smaak te pakken, en ben je gelijk al begonnen aan iets nieuws. Of misschien heb je juist dat prettige happy-sad gevoel dat je kan overvallen zodra je een boek hebt dichtgeslagen: dit was zo mooi, wat moet ik nu met mijn leven? Misschien moet je er even over nadenken en je gedachten op een rijtje zetten. En wellicht ben je erachter gekomen dat boeken lezen echt niets voor jou is. (Dat kan, maar ik zou je dan alsnog op het hart drukken niet gelijk op te geven!) Hier zijn nog wat andere dingen die je kunt doen:
*Schrijf je gedachten over het boek op: wat vond je goed, wat vond je minder? Dit is een handige methode om bij te houden welke genres en schrijvers je aanspreken, en kan je helpen je ‘leessmaak’ te ontwikkelen. Ik vind het zelf erg leuk om te doen, en hou alles wat ik lees bij in een notitieblokje en op de site Goodreads.com (een goede plek om leestips te vinden!); maar ik weet ook dat niet iedereen mijn obsessie voor lijstjes deelt.
*Als je het boek niet helemaal begrijpt, of gewoon wil weten wat anderen ervan vinden, is het ook een goed idee om recensies op te zoeken, en/of eventueel de Wikipedia-pagina erover te lezen. Goodreads is eveneens een goede bron, al geeft deze site voornamelijk de mening van ‘het gewone publiek’ weer. Daar zitten voor- en nadelen aan!
*Pas een light versie van de Marie Kondo-methode toe. Vond je het boek goed? Denk je dat je het opnieuw zal lezen? Dan kun je het houden. Zo niet, dan kun je het weggeven aan iemand waarvan je denkt dat die het (wel) kan waarderen, verkopen, of in een van die leuke little free libraries achterlaten. Het is fijn om een volle boekenkast te hebben, maar als hij vol staat met boeken waar je weinig aan vond, wat heeft het dan voor zin? Ik was altijd een boeken-hoarder, maar tegenwoordig ben ik ietsje strenger voor mezelf, en als ik zeker weet dat ik een boek nooit meer open zal slaan, geef ik het weg. Mocht ik een verkeerde inschatting hebben gemaakt, dan kan ik het altijd nog opnieuw kopen (wellicht zelfs in een mooiere uitgave!).
*En dan – terug naar stap 1!
Veel leesplezier allemaal – en laat je niet gek maken of opjagen door de grote C19! Ik hoop dat jullie allemaal gezond blijven. Vergeet ook niet om af en toe wat frisse lucht te scheppen en in beweging te komen tussen het lezen door. Tot volgende keer, wie weet tot heel gauw 🙂